Verkondiging 6 april 2023, Witte Donderdag - Gouda
Lezingen
Exodus 12, 1-14
Psalm 116
1 Korinthe 11, 23-26
Johannes 13, 1-15
Welkom
Welkom aan het begin van deze drie heilige dagen. De komende dagen trekken we met Jezus mee op zijn moeizame tocht door Jeruzalem. Een tocht die een opgang is, maar ook een uittocht. De derde stap is dan een intocht.
Deze drie thema’s kunnen ons bezighouden de komende drie dagen:
De Witte Donderdag is de opgang naar de bovenzaal, de opgang van Jezus naar Jeruzalem, de opgang van de leerlingen naar de vriendschap met Jezus met als hoogtepunt de eucharistie en de voetwassing. Het priesterschap is uitdrukking van die opgang: het priesterschap is dienstbaar aan de opgang van de geloofsgemeenschap naar de vriendschap met God in Christus.
De Goede Vrijdag is de uittocht uit het leven, zoals Jezus die al besprak met de twee mannen op de berg Tabor bij zijn verheerlijking: met Mozes en Elia sprak hij over zijn uittocht uit het leven, zijn lijden dat hij in Jeruzalem zal voltrekken.
Pasen betekent vernieuwd binnen gaan in het leven. Een intocht met de geloofsleerlingen die die avond de kerk binnen trekken. Alle gelovigen zullen in die nacht opnieuw het geheim van Gods aanwezigheid in deze wereld binnen zien gaan.
Ter opening van de heilige drie dagen bidden we de schuldbelijdenis om uit te spreken dat we niet altijd in beweging zijn gekomen voor het Evangelie, maar vaak ook stil afgewacht hebben.
Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer
Relaties van vriendschappen kennen verschillende gradaties. Wanneer mensen elkaar ontmoeten, kan een kennismaking bij een oppervlakkige begroeting blijven. Maar soms raak je geïnteresseerd en wil je meer van de persoon te weten komen. Je gaat op onderzoek uit: LinkedIn, persoonlijke websites of berichten over de persoon. Je gaat ook uitgebreider in gesprek en tast af of de kennismaking tot een vriendschap kan uitgroeien. Dan groeit het vertrouwen en ontstaat er een diepere relatie die soms wel een leven lang kan meegaan.
Bij zo’n groei in een relatie horen ook stappen en rituelen: je gaat een keer koffie drinken, samen eten. Je nodigt iemand uit in huis of voor een verjaardag. Je gaat meer persoonlijke informatie met elkaar delen. Iemand wordt een deel van je leven. Dat betekent een verrijking, maar het is ook een engagement: je wilt ook voor de ander klaar staan.
De relatie tussen Jezus en de leerlingen maakt ook een ontwikkeling door. Na de eerste roeping ‘Volg mij’ hebben de leerlingen van alles meegemaakt. Met name de drie leerlingen Petrus, Johannes en Jacobus, die op de berg Tabor waren en bij de opwekking van het dochtertje van Jaïrus, hebben Jezus' goddelijke kracht gezien. Leerling zijn betekent niet alleen maar volgen, maar ook zelf erop uit trekken. Jezus zendt de leerlingen uit met de opdracht om zijn boodschap te verkondigen. Ze staan er zelf verbaasd over hoeveel effect dit heeft!
Jezus viert vanavond met zijn vrienden het paasmaal: een belangrijke verdieping van hun relatie. Verschillende malen maakt Jezus duidelijk dat hun vriendschap niet bepaald wordt door machtsverhoudingen. Hun relatie hoort bij het Koninkrijk dat hij verkondigt. Daar bepalen gelijkwaardigheid en dienstbaarheid de relaties tussen mensen.
Twee tekens stelt hij om dit duidelijk te maken: de vriendschap wordt zichtbaar in het delen van het brood en de wijn: Jezus geeft zichtzelf: dit is mijn Lichaam, dit is mijn Bloed. Dat zal morgen nog duidelijker worden door het drama aan het kruis: geen groter liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden! Hier wordt duidelijk dat deze vriendschap ook de relatie met God zelf betreft: God heeft zijn eigen Geest in de mens gelegd. Dit wordt verduisterd door de mens zelf, door de duisternis in de wereld, door geweld en haat die bezit kunnen nemen van de mens. De vriendschap van Jezus opent ons weer voor die vriendschap met God: Pasen is dan de beweging om God weer toe te laten als vriend, als bron van vreugde en kracht in je leven.
Het tweede teken is de voetwassing: het gebaar van de slaaf die dienstbaar is aan de gasten. Jezus draait de relatie van leraar en leerling om en brengt daar een relatie van gelijkwaardigheid in. Ieder kan die dienstbaarheid op zich nemen. Dat is niet zozeer een morele opdracht, maar het gaat over wie je bent. De voetwassing gaat over wie je bent: ben je bereid om dienaar te zijn, om je eigen agenda door de noden van de ander te laten bepalen?
Hoe ziet onze relatie met Jezus eruit: kunnen we hem navolgen en de voeten van de ander wassen? Kunnen we door de knieën gaan en vanaf de grond de ander aankijken en vragen wat hij/zij nodig heeft? Vragen we wat we voor de ander kunnen doen? In iedere relatie is Jezus aanwezig: Hij kijkt ons aan nodigt ons uit tot een teken van dienstbaarheid. In plaats van op te komen voor ons ego en ons te verschuilen achter de muren van zelfgenoegzaamheid, doorbreekt Hij de afstandelijkheid. Als we nu getuige zijn van de voetwassing staan we stil bij die vraag: van wie zou ik de voeten kunnen wassen? Voor wie kan ik dienstbaar zijn? Laten we die nieuwe dimensie van vriendschap een plaats geven in onze relatie met God en met de naaste. Amen