LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 19 januari 2014, tweede zondag door het jaar

Lezingen
Jesaja 49, 3.5-6
Psalm 40
1 Korinthe 1, 1-3
Johannes 1, 29-34

Welkom
God zet het beste wat Hij heeft in tegen het kwaad in de wereld: zijn eigen Zoon, die als een onschuldige, als een offerdier, als een lam het kwade komt wegnemen. Gods plan met de wereld biedt troost aan ons, die nog steeds geconfronteerd worden met het kwaad in onze dagen, in ons leven, in onze wereld. God geeft troost waar wij geen antwoord hebben. Die troost ontvangen wij hier in deze eucharistie waar God als voedsel voor ons allen aanwezig wil zijn.

Vandaag begint ook de gebedsweek voor de eenheid van de christenen. We realiseren ons dat wij onvoldoende gehoor geven aan de oproep van Christus tot eenheid. Laat in ieder geval ons gebed daar deze week op gericht zijn.

Om aan God te erkennen dat we onvoldoende zijn instrumenten zijn en onvoldoende bouwen aan de eenheid, erkennen we onze schuld.

Homilie
Het kwaad in de wereld heeft vele vormen. Op allerlei momenten kan dit in ons leven inbreken. Het kwaad kan ons machteloos maken, wanneer het lijden in natuurrampen en oorlogen grootse vormen aanneemt. Door de communicatiemiddelen zijn wij bovendien getuigen van dit kwaad geworden en voelen we ons erbij betrokken. Dit vergroot ons gevoel van machteloosheid en onze onvrede met de situatie. We staan langs de kant en we zien geen oplossingen. Bovendien zien we vaak niet dat de machtigen van deze aarde hun positie gebruiken om vrede af te dwingen of om voldoende hulpgoederen te doen brengen naar mensen in nood.

Het kwaad kan ook ons eigen leven doen vastlopen: door ziekte of economische problemen of relatieproblemen. Het kwaad kan zulke grote vormen aannemen dat we geen manier zien om daaraan te ontsnappen. Het kan verlammend werken omdat het ons leven beheerst en we aan niets anders kunnen denken. Het kwaad kan ook betekenen dat mensen zich begeven op de weg van het kwaad jegens anderen en anderen schade berokkenen, of dat nu met voorbedachten rade is of vanwege onzorgvuldigheid. Het kan mensen zo meenemen dat zij zich niet meer laten bepalen door morele en ethische regels of die naar hun eigen hand zetten en vertalen naar hun eigen voordeel.

Al dit kwaad doet ons beseffen dat ons menselijk bestaan beschadigd is. We raken beschadigd door wat er in de wereld gebeurt en mensen beschadigen elkaar. Iedere keer weer raakt door deze beschadiging het beeld van de mens vertroebeld. Soms veroorzaakt dit kwaad trauma’s, die mensen voor jaren in de problemen brengen en hun leven bemoeilijken.

Het kan echter ook gebeuren dat mensen dit kwaad voor lief nemen. Als we dit niet kunnen veranderen of verbeteren, dan moet we het maar accepteren. Als we dan nadenken over onze identiteit, wordt onze zonde voor lief genomen. Met de opmerking “ach, iedereen maakt fouten en je moet gewoon voor jezelf opkomen,” proberen we onze fouten te rechtvaardigen en goed te praten. Onze identiteit wordt dan bepaald door de wereld waarin we leven. We passen ons aan de omgeving aan om zo min mogelijk uit de pas te lopen of moeilijkheden te veroorzaken.

Als Johannes de Doper dan zegt: “Kijk, het Lam Gods dat het kwaad uit de wereld wegneemt”, is dat een hoopvolle boodschap. De komst van Christus is inderdaad op de eerste plaats bedoeld voor mensen die het kwaad in zijn greep houdt. De manier waarop deze Christus het kwade uit de wereld zal wegnemen is niet gelijk zichtbaar en herkenbaar. Velen zullen zeggen: na twintig eeuwen christendom is het kwaad nog steeds alomtegenwoordig in onze wereld en onze samenleving. De komst van Jezus wil niet zeggen dat het paradijs weer gelijk teruggekomen is, maar Christus wijst de weg waarlangs dit paradijs weer gevonden kan worden. De identiteit van Jezus wordt niet bepaald door de wereld waarin Hij gekomen is, maar Hij draagt een andere Geest met zich mee. Het is de Geest van de oorsprong, de Geest van de Schepping, de Geest van Gods levensadem, de Geest van het paradijs. Deze Geest wordt zichtbaar wanneer Jezus door het water van de Jordaan gaat en een nieuwe weg voor de mensheid baant.

Door Jezus te zenden baant God weer de weg voor zijn Geest om deze Geest en herinnert Hij ons allen aan onze oorspronkelijke identiteit: geboren uit Gods liefde en bestemd om de liefde te laten heersen over de wereld. Jezus laat de mensen zien dat het geloof in God juist de ruimte geeft, om het verlangen naar die oorspronkelijke wereld niet los te laten. Op dat moment is het kwaad niet verlammend, maar we kunnen het doorzien en doorstaan.

Wij zijn geroepen Jezus na te volgen en in de voetstappen van zijn verlossend leven te stappen. God geeft zoveel mogelijkheden en kansen om die liefde die Hij ons betoond heeft door te geven. Israël wordt door de profeet Jesaja de dienaar genoemd, die licht brengt naar de mensen die in duisternis zijn. Wij zijn die dienaren en dienaressen van vandaag, geroepen om het licht van deze viering, het licht van ons geloof, het licht van de liefde verder te dragen. Houd het niet voor jezelf, maar laat ook anderen ervan genieten! Breng het ook als licht en geluk, brengt als de ruimte van de liefde waar mensen Christus mogen ontmoeten als gezicht van God

Amen

Verkondiging 1 januari 2014, moederschap van Maria, vredeszondag

Lezingen
Numeri 6, 22-27
Psalm 67
Galaten 4, 4-7
Lucas 2, 16-21

Welkom
Op deze eerste dag van het nieuwe jaar leggen we ons leven weer opnieuw bij God en vragen Hem om zijn zegen. Op voorspraak van Maria, koningin van de vrede, bidden we dat het woord van haar Zoon ons inspireert om aan vrede te blijven werken, vrede en gerechtigheid. Laten we bidden dat Gods vrede over ons zal neerdalen.

Homilie
Dit jaar is de nieuwjaarsboodschap van de paus, de eerste van paus Franciscus, gewijd aan fraterniteit, broeder- en zusterschap. Hier ligt het christelijk antwoord op de problemen van de huidige samenleving. Paus Franciscus haalt Benedictus XVI aan, die zegt dat we door de globalisering wel buren, maar geen broeders zijn. We zien veel gebeuren bij andere volken om ons heen, maar dat betekent nog niet dat we daadwerkelijk meer met elkaar verbonden zijn, als waren wij één familie. Er zijn nog steeds te veel situaties van ongelijkheid, armoede en ongerechtigheid, afwezigheid van solidariteit. Onze cultuur wordt gedomineerd door een consumptiementaliteit en een voor-wat-hoort-wat ethiek die pragmatisch is en egocentrisch.

“Waar is je broeder?” vraagt God aan Kaïn. In het verhaal van Adam en Eva en Kaïn en Abel lezen we over de oorsprong van het menselijke samenleven van individuen en volken. Het vertelt het tragische verhaal van de afwijzing van de broederschap. Kaïn gaat in tegen Gods plan, waarin broederschap centraal staat. Hij wijst de roeping af om kind van God te zijn en te leven in broederschap met anderen.

Ons geloof in God heeft een transformerende kracht voor ons leven en voor onze relaties met anderen. In onze relatie met Christus wordt menselijke broederschap vernieuwd. Het kruis is immers het definitieve en fundamentele teken van broederschap. Christus gaf zijn leven als ultieme consequentie van zijn menswording! Het verbond tussen God en mens wordt zichtbaar in dit kruis: het laat zien hoever God bereid was te gaan om het verbond te herstellen. Dit verbond brengt de mensheid weer samen met God, en bovendien verbindt het de volken met elkaar. In Christus worden alle mensen met elkaar verzoend en tot broeders en zusters gemaakt.

De paus citeert Paulus VI die duidelijk maakt dat solidariteit tussen de mensen een weg van vrede is. Hij spreekt van een plicht tot solidariteit, plicht tot sociale gerechtigheid, plicht tot universele liefde. Bovendien is vrede volgens Johannes Paulus II een ondeelbaar goed: of er is vrede die goed is voor allen, of er is geen goede vrede. Wanneer mensen van de vrede worden uitgesloten, is er geen echte vrede. Vrede kan niet voor enkelen zijn. Vrede kan niet ten koste van anderen gaan. Broederschap als basis van die vrede is niet vereist vanwege de gelijkwaardigheid tussen mensen, maar vanwege het levende beeld van God dat mensen in zich dragen. Het is de heilige Geest die dit aan ons openbaart.

Broederschap is de weg om armoede te bestrijden. Deze broederschap opent de weg voor anderen naar de voorwaarden om een gelukkig leven op te bouwen. De economische crisis noopt de mens om de modellen van economische ontwikkeling en de menselijke levensstijl aan te passen aan de veranderde situatie Wanneer broederschap een economisch fundament is, helpt dit ons de waarden te herontdekken van de vier kardinale deugden: voorzichtigheid, matigheid, gerechtigheid en kracht. Door deze deugden zijn mensen in staat om hun individuele belangen te overstijgen en te bouwen aan een samenleving in overeenstemming met de menselijke waardigheid.

Vanwege de vele oorlogen die volken geteisterd hebben, doet de paus een beroep op allen die wapens dragen: ontdek in de persoon die je nu als vijand ziet liever een broeder of zuster en reik elkaar de hand voor dialoog, vergevingsgezindheid en verzoening.

De paus noemt voorts een aantal zaken die de vrede bedreigen: corruptie, misbruik van drugs, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, financiële speculatie, slavenhandel en de tragedie van vluchtelingen. Wanneer macht in het spel is, verdwijnt de menswaardigheid naar de achtergrond. Er is niets menselijks aan een samenleving die op relaties van macht gebaseerd is, citeert Franciscus paus Johannes XXIII.

Broederschap dient ontdekt, bemind, ervaren en verkondigd te worden. Dat vraagt openheid naar God, anders wordt de mens een object dat uitgebuit kan worden.

Als christenen geloven we in een verbondenheid met elkaar in één lichaam, waar ieder zijn eigen plek en functie heeft. Christus smeedt dit tot een geheel in zijn opdracht tot onderlinge liefde. Zo omhelst Christus de hele mensheid opdat niemand verloren gaat. God de Vader heeft de Zoon in de wereld gezonden opdat de wereld zal worden gered. De Zoon vervult deze opdracht en doet dit door zijn dienstbaarheid. Dit is de ziel van de broederschap die vrede bouwt. Wij zijn geroepen om Hem op deze weg na te volgen.

Zalig Nieuwjaar

U vindt de tekst onder:
http://www.vatican.va/holy_father/francesco/messages/peace/documents/papa-francesco_20131208_messaggio-xlvii-giornata-mondiale-pace-2014_en.html

Verkondiging 5 januari 2014, openbaring des Heren

Lezingen
Jesaja 60, 1-6
Psalm 72
Efeziërs 3, 2-3a.5-6
Mattheüs 2, 1-12

Welkom
Het Kind krijgt hoog bezoek dat door de knieën gaat en zich klein maakt. Een wonderlijke wereld van magiërs uit het Oosten komt om de Heer te ontmoeten en een andere bron van wijsheid aan te boren dan zij gewend zijn. Zij zijn er als wijzen meer op gericht om wijsheid te ontvangen dan om hun eigen wijsheid te tonen en te verspreiden.

Dat is ware wijsheid: op zoek zijn naar nieuwe waarheid, open staan voor wat je mag ontvangen. Mogen wij ook die in die houding dit feest vieren en de genade van God ontvangen, zijn liefde die Hij in dit kind openbaart. Mogen wij op deze feestdag van de Openbaring des Heren geraakt worden door de boodschap van het kerstkind.

Homilie
De wijzen gaan zonder schatten naar huis. Het is een logisch gevolg van het bezoek aan de boreling met hun schatten goud, wierook en mirre. Zwaar beladen zijn ze aangekomen. Als we geloven dat de psalmen bewaarheid worden, zijn ze met zwaar beladen kamelen gekomen. We vinden die kamelen ook in een gemiddelde kerststal, zoals achter in onze kerk.

De wijzen vinden er het kind en zijn moeder, een bijzonder tafereel. Als u naar de Bloemaert tentoonstelling in Utrecht bent geweest, waar ons schilderij uit de pastorie ook tentoongesteld was, in het Centraal Museum, kunt u zich de grote schilderijen van de nogal ondergewaardeerde en gelukkig herontdekte schilder Bloemaert vast herinneren, waarop de aanbidding door de wijzen werd afgebeeld. Er hingen twee enorme doeken, altaarstukken, waarop het tafereel voor de ogen van de kerkgangers werd afgebeeld. Drie wijzen gekleed in prachtige, rijk versierde gewaden, knielend bij het kind, dat in doeken gewikkeld is. Zij leggen hun kronen af en ze maken zich klein voor dit kind. Het kind wordt getoond door zijn moeder. Maria zit er niet passief bij, maar is onderdeel van het beeld zoals de evangelist Mattheüs het nauwkeurig beschrijft: de wijzen komen bij het kind en zijn moeder. Op deze schilderijen is de moeder gekleed in eenvoudig blauw en rood. Deze eenvoud steekt af tegen de overdaad van de wijzen.

De rijkdom van de wijzen legt het af tegen de kracht van de eenvoud van Maria die in haar eenvoudige kleding wijst op het mysterie dat in het kind zichtbaar is geworden. De combinatie van de kleuren rood en blauw betekent de ontmoeting tussen hemel en aarde. Maria presenteert het kind en in haar kleding – op de schilderijen van Bloemaert en op vele andere schilderijen is dit ook te zien – toont zij de ware betekenis van dit kind: de hemel raakt de aarde.

God heeft de aarde niet losgelaten en niet overgelaten aan spiralen van geweld en noodlot van leed en ziekte en dood. Zoals het blauw het rode onderkleed van Maria omhult, zo omhult in Christus de hemel de aarde. God omhelst de mensheid die zo vaak geteisterd wordt en die er vaak alleen voor staat. God omhelst haar met zijn barmhartigheid, met zijn levengevende aanwezigheid.

Het feest van de openbaring is een hoogtepunt. Voor de christenen in het oosten wordt nu pas de werkelijke betekenis van kerstmis duidelijk. Openbaring is natuurlijk niet één moment. Het gehele leven van Jezus is openbarend! Juist voor mensen die menen dat aan hun leven geen eer te halen is, juist voor mensen wier leven door het lijden rood gekleurd is, biedt God zijn blauwe mantel van ontferming. Maar het feest van openbaring toont ons de weg die de mens kan gaan.

De wijzen gaan zonder schatten naar huis. Ze gaan langs een andere weg naar hun land terug. Hebben ze misschien hun mantels achter gelaten? Hebben zij hun kronen laten liggen? Daar staat niets van geschreven. Maar door de ontmoeting met het kind en zijn moeder, door hun ontmoeting met het mysterie van de hemel die de aarde omhelst, worden zij veranderd. Er is een transformatie op gang gebracht, die grote gevolgen kan hebben.

Het verhaal gaat over mensen die komen uit de aarde, mensen die met beide benen op de grond staan, mensen die het goede van de aarde weten te waarderen; het gaat over wijzen uit het oosten, mensen van wijsheid en kennis en wetenschap. Deze mensen gaan open voor de hemel, voor de boodschap dat zij, mensen van de aarde, bestemd zijn om de hemel te bereiken, om God zelf te zien. Een heerlijk visioen, maar dat vraagt een transformatie. Dat vraagt loslaten.

Dat brengt me bij het andere schilderij in de pastorie uit dezelfde eeuw, dat hetzelfde thema op een andere manier uitwerkt. We zien op het schilderij van Moeyaert hoe de rijke volkeren hun overvloedige rijkdommen neerleggen bij de minderbroeder die predikt. Deze minderbroeder staat met zijn handen geheven naar de lijdensvoorwerpen van Christus en naar Johannes de Doper die op zijn beurt naar het Lam Gods verwijst. De mens is geroepen tot de bruiloft van het Lam en wordt uitgenodigd om zijn schatten achter te laten. Wij zijn geroepen tot dezelfde transformatie als die van de wijzen die hun schatten bij het Kind achterlaten en getransformeerd naar huis gaan.

Laten wij hen volgen op die weg.

Amen