Verkondiging 20e zondag door het jaar, 17 augustus 2014
Lezingen
Jesaja 56, 1.6-7
Psalm 67
Romeinen 11, 13-15.29-32
Mattheüs 15, 21-28
Woord van welkom
Vandaag loopt Jezus tegen de grens van zijn land aan. Hij spreekt een niet Joodse vrouw op een nare toon aan. Grenzen tussen mensen kunnen nare gevolgen hebben. Grenzen kunnen we niet zomaar overschrijden.
Toch leidt dit nare gesprek tot een prachtige ontmoeting in geloof. Het geloof van de vrouw doet grenzen vervagen. Vanuit haar geloof spreekt zij Jezus aan op Gods grenzeloze barmhartigheid. Een mens doet dat nooit tevergeefs!
In Gods ogen is zijn ontferming voor alle mensen bestemd. Ieder die een beroep wil doen op zijn barmhartigheid, is welkom op Gods heilige berg. We hebben ons hier verzameld rond de tafel van Christus, die teken van die grenzeloze ontferming is. De paus heeft dat ook laten zien en horen in zijn bezoek aan Korea waar we de funeste uitwerking zien van wat grenzen met mensen en volken doen. Tot de eucharistie zijn alle volkeren geroepen. Bidden we dat dit visioen waar mag worden. Vragen we God om vergeving voor die keren dat we niet vanuit ons doopsel leefden.
Homilie
De uitdaging om werkelijk in de volle betekenis katholiek te zijn, heeft paus Franciscus bij zijn bezoek aan Zuid Korea opnieuw duidelijk gemaakt. Hij zoekt grenzen op die hij op liever wil doen verdwijnen. Toen de paus in Zuid Korea aankwam, werd het bezoek door Noord Korea begroet met een paar zinloze raketbeschietingen in zee. Blijkbaar gaat er van dit katholieke pastoraal bezoek aan Zuid Korea een enorme grote dreiging uit voor Noord Korea.
De paus roept op tot een einde aan zinloos machtsvertoon, dat uiteindelijk de gehele mensheid kan beschadigen en zelfs vernietigen. De mensen zijn oorlogsmoe; ze kunnen beelden van dictators die hun volk in hun greep houden niet meer verdragen omdat dit een mensonterende en mensonwaardige manier van regeren is. Die boodschap geldt Noord Korea, maar evengoed vele andere landen en gebieden.
In het gepijnigde land Korea verscheurt een grens al tientallen jaren hele volken en families. Het is het meest tragische gevolg van de koude oorlog dat we nog maar niet weten te overwinnen. Soms lijkt er toenadering te zijn, maar nu zit de grens weer potdicht. Een grens betekent angst, bekrompenheid en uiteindelijk zwakheid en onzekerheid.
De 124 Koreaanse martelaren die door de paus zalig verklaard zijn, zijn tekenen van Gods barmhartigheid die als graankorrels in de aarde uitgezaaid worden en die vruchten van Gods liefde dragen. Zij werden slachtoffer van een gesloten maatschappij die geen invloed van buiten kon verdragen en die niet open stond voor de boodschap van liefde en broederschap die alle mensen tot broeders en zusters kan maken, een katholieke boodschap.
Jezus komt vandaag ook aan een grens. Hij is naar de grens van Israël getrokken en spreekt uit dat het zijn prioriteit is om zijn geloofsgenoten op een vernieuwd spoor van God te zetten. De Kananese vrouw uit Sidon, buiten Israël, blijkt echter te getuigen van zo’n groot geloof dat zij een voorbeeld kan zijn voor velen in Israël: Gods barmhartigheid stopt niet bij menselijke grenzen.
De Kananese vrouw getuigt van haar geloof. Zij getuigt uitdrukkelijk van haar belijdenis van de God van Israël. De kruimels waarop zij hoopt, zullen haar voldoende zijn. Kruimels van Gods barmhartigheid zijn voor mensen al overdaad. Dat is een troostende gedachte: denk nooit dat je buiten Gods barmhartigheid staat!
Paulus heeft daar de consequenties uit getrokken, daartoe ongetwijfeld geïnspireerd door profeten zoals Jesaja. Al in het Eerste Testament wordt van de droom van Israël gesproken, dat uiteindelijk alle volken zich bij de boodschap van Gods gerechtigheid aansluiten. Paulus pakt dat op en hij gaat bij zijn missiereizen op zoek naar hen die “de heidenen” genoemd worden. Niet omdat de Joden zelf afgedaan hebben. Integendeel: Gods belofte staat voor eeuwig, ook voor het Joodse volk. Maar Paulus gelooft in Gods ontferming voor heel de schepping en die wil hij uitdragen. Die mag niet verstopt worden achter een grens of een hoge muur van veiligheid, of achter een muur van zelfgenoegzaamheid of van een gevoel van meerwaardigheid.
Dat hebben we als christenen wel moeten leren: in sommige tijden hebben christenen te vuur en te zwaard en met veel geweld mensen trachten te bekeren. Maar we beseffen nu dat we deze strijd die aan de gang is, slechts met wapens van vergeving en verzoening kunnen voeren.
Als wij uitspreken dat wij katholiek zijn, staan we in de voetsporen van Jesaja en Paulus die beseffen dat de boodschap van het evangelie voor heel de mensheid bestemd is. En dat iedere grens die mensen daarbij optrekken, afbreuk doet aan dat evangelie. We zien het iedere week op het Sint Pietersplein waar alle nationaliteiten zich verzamelen om een boodschap van vrede te horen. Ditzelfde fenomeen wordt ervaren bij de katholieke Wereldjongerendagen waar jongeren vlaggen dragen om juist het broeder- en zusterschap te versterken in plaats van het te beschadigen. Voor veel mensen klinkt het woord katholiek echter als uitsluitend en afgrenzend, maar zoals Paulus schrijft: katholiek betekent Gods omarming van heel de mensheid in zijn ontferming. Denk aan het schilderij van Rembrandt van de verloren zoon: zoals deze vader zijn zoon omarmt en liefdevol thuis ontvangt als zijn zoon, omarmt God de mensheid. Ieder mens mag zich in die omarming voelen.
Dat is een heel ander beeld dan de vervolging van christenen en andere minderheden door de ISIS terroristen in Irak die een spoor van dood en verderf achterlaat. Daar zijn grenzen op hun gewelddadigst en dodelijkst. Daar wordt gedacht dat hun vorm van islam aan alle mensen moet worden opgelegd. Maar hier wordt geen boodschap van ontferming en liefdevolle omarming gebracht, maar van mensonterend en mensonwaardig geweld. Dit heeft niets met God te maken.
Wij leggen met Paulus getuigenis af van ons katholieke geloof, dat onze kerk voor alle volken een huis van gebed is en dat Gods ontferming alle mensen omarmt. Mogen wij net als de vrouw in Sidon blijk geven van dat geloof, dat onze wereld kan veranderen en verruimen.
Amen.