Verkondiging kerkwijding en de gedachtenis van de heilige Jacobus, 21 september 2014
Lezingen
Jesaja 56, 1. 6-7
Psalm 83
1 Petrus 2, 4-9
Lucas 19, 1-10
Woord van welkom
Op de eerste plaats feliciteer ik u met de verjaardag van ons kerkgebouw: een thuis voor mensen die God zoeken en Hem een plaats geven in hun leven en die inspiratie zoeken voor hun dagelijkse leven en de naastenliefde die zij willen betonen. Een plek die open staat voor gelovigen en passanten, voor parochianen en voor gasten. Het kerkgebouw helpt ons gastvrij te blijven en luisterend open te staan voor de mensen die wij ontmoeten doordat wij de liefde van Christus bij anderen herkennen.
Aan het begin van de vredesweek bidden we om vrede. De afgelopen maanden hebben we meegemaakt dat vrede soms niet meer dan een vernislaag is die de agressie van de mens amper in bedwang kan houden. Er is niet veel nodig om die vrede te doen verdwijnen. Dat merken we ook in deze stad. Wanneer het regent in de wereld dan druppelt het in Den Haag: dat geldt ook voor geweld en haat. We kunnen onze ogen niet sluiten. Daarom is het belangrijk dat we vandaag vieren dat we een gastvrij huis hebben, waar God en mensen elkaar ontmoeten, waar we kunnen putten uit de bronnen van vrede. Bidden we om vergeving vanuit de kracht van ons doopsel.
Homilie
Broeders en zusters, gastvrijheid is geen vanzelfsprekendheid. Wanneer je iemand in je huis uitnodigt, dan hoop je dat de ander zich aanpast en beleefd is en zich houdt aan de gebruiken die in je huis gelden. Gastvrijheid betekent niet alleen de deur van je huis open zetten voor mensen die deel uit maken van je leven, het is ook je leven ruimtelijk maken, zodat de ander deel van dat leven gaat uitmaken. De gast weet zich genodigd en stelt zich bescheiden op. Gastvrijheid vraag je niet gemakkelijk, maar wordt je aangeboden.
Gastvrijheid houdt ook een zeker risico in omdat de ander misschien een te grote claim op je leven gaat leggen en deze persoon niet meer uit je huis vertrekt. Het kan gebeuren dat de gast anders lijkt dan je aanvankelijk dacht en dan wordt de gastvrijheid een grote last.
Gastvrijheid is in het evangelie een bijzondere deugd, die in de katholieke spiritualiteit stevig verankerd is, omdat het de mens de kans biedt om God te ontvangen. Vele verhalen van Jezus die te gast is bij mensen, ontmoetingen die tot bijzondere ervaringen en woorden en veranderingen leiden. De gastvrijheid die Zacheüs aan Jezus betoont is een afgedwongen gastvrijheid, zouden we kunnen zeggen. Jezus wordt niet uitgenodigd, maar Hij nodigt zichzelf uit. Dat is de eerste regel van de gastvrijheid die Jezus doorbreekt.
Zacheüs lijkt op het eerste gezicht niet gastvrij. Hij is gesloten, de wereld is voor hem ook gesloten. Hij leidt een leven in geslotenheid. Hij heeft geld genoeg om te doen en te laten wat hij wil, maar dat heeft in zijn gesloten wereld weinig zin. Het brengt hem weinig geluk. Zijn verlangen om Jezus te zien, toont dat Zacheüs beseft dat hij in zijn leven nog iets te kort komt. Voor sommige mensen geldt Zacheüs ongetwijfeld als een succesvol ambtenaar, iemand die het gemaakt heeft. De manier waarop, ach wie maakt zich daar druk om, zullen deze bewonderaars zeggen die vooral kijken naar zijn materiële welvaart.
De contacten van Zacheüs met anderen worden bepaald door wie hij is: een corrupte belastingambtenaar, zoals er waarschijnlijk zoveel waren. Er waren vast medestanders - mensen die net zo pragmatisch waren als hij en profiteren van de moeilijke omstandigheden - en mensen die hem verafschuwden. Zacheüs heeft misschien zijn geweten tot zwijgen gebracht door het argument dat als hij dit werk niet doet, anderen het wel doen. Het is de subjectieve moraal van de pragmatische geïndividualiseerde mens: als ik voel dat het goed is, kan ik mijn gang gaan. Zacheüs’ wereld en zijn leven zijn gesloten en hij laat zich door niemand aanspreken op zijn gedrag. Niemand wil meer bij hem binnen komen.
Toch zet zijn nieuwsgierigheid de deur van zijn hart en zijn geweten op een kier. Hij komt even uit die gesloten wereld te voorschijn, maar nog niet helemaal. Hij verstopt zich in de boom van de schaamte, de vijgenboom. Jezus breekt de deur van zijn leven open en houdt hem een spiegel voor over zijn leven. Dat is de tweede regel die Jezus overtreedt: hij, de gast, is kritisch en nodigt Zacheüs uit tot een gewetensonderzoek. Dan blijkt diens zorgvuldig opgebouwde argumentatie rond zijn levenswandel als een kaartenhuis in elkaar te vallen en breekt er een nieuw leven aan. De gast van Zacheüs heeft hem vrij gemaakt. Dat is echt gast-vrijheid. De vrijheid zelf is zijn gast geworden.
Wij willen op dit feest van kerkwijding gastvrij zijn. Het feestje is niet alleen van parochianen en kerkgangers van onze kerk. Het is een feest van ons geloof dat we met alle mensen van goede wil willen delen. Dus ook als u niet zo vaak hier komt, of nog maar sinds enige tijd aansluiting vindt, dit feest van kerkwijding is van ons allen en het verbindt ons met elkaar en met God. We vieren de eucharistie als teken van Gods gastvrijheid die ons hier nodigt en ons aanspreekt. Wij laten ons aanspreken door Christus en zijn evangelie: is er in ons leven voldoende ruimte voor Gods liefde? Staan we voortdurend open voor onze naaste?
We mogen het ons afvragen, maar God wil niet anders dan bij ons te gast zijn en deel uit maken van ons leven, opdat wij zoals Zacheüs het aandurven ons leven te vernieuwen. Laten we door onze ontmoeting met Hem meer verbonden raken met elkaar, meer verbonden met de wereld waarin wij leven, een wereld waar zoveel behoefte en verlangen is naar echte gastvrijheid vanuit het hart. Het is Gods gastvrijheid die we uitdragen. Als we God als gast ontvangen, kunnen we werkelijk vrij zijn.
Amen