Verkondiging 5 januari 2014, openbaring des Heren
Lezingen
Jesaja 60, 1-6
Psalm 72
Efeziërs 3, 2-3a.5-6
Mattheüs 2, 1-12
Welkom
Het Kind krijgt hoog bezoek dat door de knieën gaat en zich klein maakt. Een wonderlijke wereld van magiërs uit het Oosten komt om de Heer te ontmoeten en een andere bron van wijsheid aan te boren dan zij gewend zijn. Zij zijn er als wijzen meer op gericht om wijsheid te ontvangen dan om hun eigen wijsheid te tonen en te verspreiden.
Dat is ware wijsheid: op zoek zijn naar nieuwe waarheid, open staan voor wat je mag ontvangen. Mogen wij ook die in die houding dit feest vieren en de genade van God ontvangen, zijn liefde die Hij in dit kind openbaart. Mogen wij op deze feestdag van de Openbaring des Heren geraakt worden door de boodschap van het kerstkind.
Homilie
De wijzen gaan zonder schatten naar huis. Het is een logisch gevolg van het bezoek aan de boreling met hun schatten goud, wierook en mirre. Zwaar beladen zijn ze aangekomen. Als we geloven dat de psalmen bewaarheid worden, zijn ze met zwaar beladen kamelen gekomen. We vinden die kamelen ook in een gemiddelde kerststal, zoals achter in onze kerk.
De wijzen vinden er het kind en zijn moeder, een bijzonder tafereel. Als u naar de Bloemaert tentoonstelling in Utrecht bent geweest, waar ons schilderij uit de pastorie ook tentoongesteld was, in het Centraal Museum, kunt u zich de grote schilderijen van de nogal ondergewaardeerde en gelukkig herontdekte schilder Bloemaert vast herinneren, waarop de aanbidding door de wijzen werd afgebeeld. Er hingen twee enorme doeken, altaarstukken, waarop het tafereel voor de ogen van de kerkgangers werd afgebeeld. Drie wijzen gekleed in prachtige, rijk versierde gewaden, knielend bij het kind, dat in doeken gewikkeld is. Zij leggen hun kronen af en ze maken zich klein voor dit kind. Het kind wordt getoond door zijn moeder. Maria zit er niet passief bij, maar is onderdeel van het beeld zoals de evangelist Mattheüs het nauwkeurig beschrijft: de wijzen komen bij het kind en zijn moeder. Op deze schilderijen is de moeder gekleed in eenvoudig blauw en rood. Deze eenvoud steekt af tegen de overdaad van de wijzen.
De rijkdom van de wijzen legt het af tegen de kracht van de eenvoud van Maria die in haar eenvoudige kleding wijst op het mysterie dat in het kind zichtbaar is geworden. De combinatie van de kleuren rood en blauw betekent de ontmoeting tussen hemel en aarde. Maria presenteert het kind en in haar kleding – op de schilderijen van Bloemaert en op vele andere schilderijen is dit ook te zien – toont zij de ware betekenis van dit kind: de hemel raakt de aarde.
God heeft de aarde niet losgelaten en niet overgelaten aan spiralen van geweld en noodlot van leed en ziekte en dood. Zoals het blauw het rode onderkleed van Maria omhult, zo omhult in Christus de hemel de aarde. God omhelst de mensheid die zo vaak geteisterd wordt en die er vaak alleen voor staat. God omhelst haar met zijn barmhartigheid, met zijn levengevende aanwezigheid.
Het feest van de openbaring is een hoogtepunt. Voor de christenen in het oosten wordt nu pas de werkelijke betekenis van kerstmis duidelijk. Openbaring is natuurlijk niet één moment. Het gehele leven van Jezus is openbarend! Juist voor mensen die menen dat aan hun leven geen eer te halen is, juist voor mensen wier leven door het lijden rood gekleurd is, biedt God zijn blauwe mantel van ontferming. Maar het feest van openbaring toont ons de weg die de mens kan gaan.
De wijzen gaan zonder schatten naar huis. Ze gaan langs een andere weg naar hun land terug. Hebben ze misschien hun mantels achter gelaten? Hebben zij hun kronen laten liggen? Daar staat niets van geschreven. Maar door de ontmoeting met het kind en zijn moeder, door hun ontmoeting met het mysterie van de hemel die de aarde omhelst, worden zij veranderd. Er is een transformatie op gang gebracht, die grote gevolgen kan hebben.
Het verhaal gaat over mensen die komen uit de aarde, mensen die met beide benen op de grond staan, mensen die het goede van de aarde weten te waarderen; het gaat over wijzen uit het oosten, mensen van wijsheid en kennis en wetenschap. Deze mensen gaan open voor de hemel, voor de boodschap dat zij, mensen van de aarde, bestemd zijn om de hemel te bereiken, om God zelf te zien. Een heerlijk visioen, maar dat vraagt een transformatie. Dat vraagt loslaten.
Dat brengt me bij het andere schilderij in de pastorie uit dezelfde eeuw, dat hetzelfde thema op een andere manier uitwerkt. We zien op het schilderij van Moeyaert hoe de rijke volkeren hun overvloedige rijkdommen neerleggen bij de minderbroeder die predikt. Deze minderbroeder staat met zijn handen geheven naar de lijdensvoorwerpen van Christus en naar Johannes de Doper die op zijn beurt naar het Lam Gods verwijst. De mens is geroepen tot de bruiloft van het Lam en wordt uitgenodigd om zijn schatten achter te laten. Wij zijn geroepen tot dezelfde transformatie als die van de wijzen die hun schatten bij het Kind achterlaten en getransformeerd naar huis gaan.
Laten wij hen volgen op die weg.
Amen