LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 30 oktober 2022, eenendertigste zondag door het jaar

Lezingen
Wijsheid 11, 23-2, 2
Psalm 145
2 Thessalonicenzen 1, 11-2, 2
Lucas 19, 1-10

Welkom
Welkom op deze dag waarop we mogen vieren dat de wijsheid van God als een bron voor ons open gaat. We komen samen om te luisteren, om gevoed te worden. We doen dat als geloofsgemeenschap hier verzameld. We kijken naar elkaar als we binnenkomen, als we elkaar begroeten, als we elkaar de vredewens geven. We mogen veilig zijn bij elkaar omdat we hier in Gods aanwezigheid verkeren. Hij heeft ons als broeders en zusters gemaakt. De wereld is onrustig en onveilig, Wij weten dat de mensheid tot een andere weg geroepen is. Dat is de weg van vrede. Moge dit uur van vrede en vriendschap ons versterken en bemoedigen om die vrede in ons leven te bewaren en vast te houden en zelfs uit te dragen.

Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
We lijken in onze tijd geobsedeerd door succesvolle mensen. We lezen er graag over en de sociale media staan er vol mee. De bekende Nederlanders boksen tegen elkaar op met aantallen volgers. Soms zijn er serieuze interviews die achtergronden en verklaringen geven van hun succesvolle carrière. Maar ook verschijnen er kritischer artikelen die vragen stellen bij het hoe en waarom van hun succes en hun populariteit. Veel mensen smullen van meer roddelachtige verhalen over relaties, vooral als die spaak lopen, over financiële achtergronden en met name als schandalen zijn. Er zijn bekende mensen die door de mand vallen door gedrag dat niet in de haak is, maar soms zijn er beschuldigingen die mensen beschadigen en levens vernietigen zonder dat de juistheid van aantijgingen voldoende is aangetoond. De kranten en de sociale media staan er vol mee. Of deze aandacht ons zelf verder helpt in onze keuzes en onze groei als mens, is maar de vraag. Het leidt ons eerder af van onze eigen levenskeuzes.

Zacheüs kan ook beschouwd worden als een lokale beroemdheid in Jericho. Beroemd en berucht. Hij is een succesvolle ambtenaar. Hij is rijk en heeft zijn schaapjes op het droge. Maar er leeft een onrust in zijn hart. Als Jezus de stad binnenkomt, wil Zacheüs hem zien. Maar hij wil niet gezien worden. Want wat gebeurt er als mensen hem zien? De reactie van de mensen is duidelijk negatief gekleurd. Zijn reputatie is niet best. Voor Jezus blijft dit verloren schaap van Israël ondanks zijn zonden toch een kind van Abraham. De evangelist Lucas is duidelijk over de bronnen van Zacheüs' rijkdom: uitpersing en manipulatie zijn de methoden van deze tollenaar. Misschien is hij ooit met goede bedoelingen zijn werk begonnen, maar toen de oorlogssituatie hem nieuwe mogelijkheden bood, kon hij het niet laten om ervan te profiteren. We zien het ook in onze tijd. Mensen hebben goede bedoelingen, maar als de gelegenheid zich voordoet om zelf te profiteren van de ruimte die geboden wordt, kunnen ze het niet nalaten om die mogelijkheden te gebruiken; gebruik wordt dan snel misbruik. Wie past een zuivere morele maatstaf toe? Mensen zijn meesters om de situatie in hun eigen voordeel uit te leggen. We kunnen opkijken naar mensen die machtig zijn in politiek, bedrijfsleven, in het amusement of sport, maar kijken we ook naar de diepere binnenkant van deze mensen? Die kunnen we niet altijd overzien. Voorzichtigheid is geboden. Een oordeel kunnen we beter aan God overlaten.

De boodschap van de eerste lezing is dat Gods liefde alomvattend is. Niets en niemand van Gods schepping valt daarbuiten. Sterker nog: niets en niemand kan overleven als er niet ergens een relatie is met God als de bron van leven. Daarmee hangt ook samen wat leven eigenlijk inhoudt. Zacheüs heeft waarschijnlijk een prachtig huis en voert een overdadig huishouden. Maar of hij weet wat leven is, is de vraag. Om echt te leven in de Bijbelse zin van het Woord, is meer nodig dan op je eigen eiland van geluk en overvloed te verkeren. De sleutel zit in het gezien worden. De tollenaar heeft zichzelf verborgen. Hij zit weggestoken achter het gebladerte van de wilde vijgenboom, de boom van de schaamte. Hij heeft zijn eigen innerlijk voor zichzelf verborgen. Zoals de eerste mens zich voor God verborgen hield in het gebladerte van de tuin van Eden, zo kunnen mensen zichzelf wegstoppen in hun veiligheid, hun overvloed, hun reputatie, hun aanzien en gezag. Hoe mooi dat ook allemaal is: het is buitenkant, een buitenkant die verhult en verbergt.

Jezus ziet Zacheüs zoals hij is. Jezus kijkt met de ogen van zijn Vader, van God die de scheppende bron is van al wat leeft. Zacheüs beseft dat die blik een kans geeft op nieuw leven. Deze blik is als het ware een doop in Gods vergevende en levenwekkende aanwezigheid. Hoe kijken wij naar elkaar in onze geloofsgemeenschap? Kijken we met dezelfde blik als we naar bekende Nederlanders kijken: met een mening en zelfs een oordeel? Of kijken we met ogen van vergeving en ogen van aanvaarding? Jezus kijkt ons aan met de blik van zijn Vader. We mogen diezelfde blik ontmoeten als we de Schrift beluisteren en als we het Sacrament ontvangen. Straks ontvangen we de communie en worden we aangesproken op wat wij zijn: Lichaam van Christus. Ik kijk u daarbij aan; ik hoop dat u mij ook aankijkt. Daarin schuilt iets van de blik van Jezus. Ook in uw blik naar mij! We worden allen aangekeken door God die hier aanwezig is. Hij vergeeft en geeft leven. Mogen wij deze kracht ten leven ook delen met de mensen om ons heen. Amen.

Verkondiging 16 oktober 2022, negenentwintigste zondag door het jaar

Lezingen
Exodus 17, 8-13
Psalm 121
2 Timotheüs 3, 14-4, 2
Lucas 18, 1-8

Welkom aan u allen in deze kerk op de dag des Heren.
De liturgie neemt ons mee naar een van de grootste trauma’s van het Bijbelse Israël (er zullen er in de moderne tijd nog vele volgen). Het is de aanval van Amalek op het Joodse volk in de woestijn. Men valt aan op de achterhoede: daar waar de ouderen en de kinderen zonder bescherming zijn. Dat brengt oorlog vaak met zich mee; de meest kwetsbaren hebben het meest onder het geweld te lijden. Wat is ons antwoord op het geweld in de wereld? Het verhaal van Exodus geeft het tweeledige antwoord: de kracht van het gebed en de verdediging met het zwaard.

Ook wij kunnen met die vraag rondlopen: wat is ons antwoord op de onrust van onze tijd, gebed of het zwaard? De parabel van het evangelie vertelt dat gerechtigheid het hart van het gebed is. Gebed is niet simpelweg vragen omdat je iets voor elkaar wilt krijgen, maar het gaat om gerechtigheid. Dat past ook in Gods koninkrijk. Het is geen luilekkerland, maar een wereld van gerechtigheid. Houden we dat visioen voor ogen? Blijven we dan gefocust zoals Israël gefocust blijft op de biddende Mozes? Laten we ons in dit uur van gebed bezinnen op onze focus in het leven.

Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
De ervaring van de arme weduwe is waarschijnlijk herkenbaar: ons gebed wordt niet altijd verhoord. Heel vaak verloopt het leven niet zoals wij wensen. Wij richten ons dan tot God en vragen Hem de loop van de gebeurtenissen bij te sturen. Het kan daarbij gaan om gezondheid, examens, professionele successen of om oorlog en vrede of om rust en vrede voor onze gestorven dierbaren. Soms wordt er van ons veel geduld gevraagd en zijn we teleurgesteld wanneer een direct antwoord uitblijft. Het is gemakkelijk om maar op te geven.

Ons gebed geeft eigenlijk vaak eerder woorden aan ons eigen belang en ons eigen verlangen of aan het vermeende belang van anderen. Maar is dat voldoende? Het zou ook wel erg eenvoudig zijn, indien we maar op een berg hoeven te gaan zitten met onze armen omhoog om ons gebed verhoord te krijgen. Het is trouwens goed dat we van dit verhaal de oude Bijbelse gebedshouding ontlenen: de orante houding. Als de pastor de handen ten hemel geheven houdt bij het gebed, kunt u gerust aan Mozes denken. We staan niet voor niets hier in deze kerk op een verhoging die aan een berg doet denken. Waarom wacht God eigenlijk zo lang om het gebed van Mozes te verhoren? Mozes is immers al een oude man en als God toch besloten heeft in te grijpen, waarom doet Hij dat dan pas in de avonduren?

Bidden is toch niet vragen en dan op je wenken bediend worden. Bidden is een proces van zuivering. Het gaat om de relatie tussen de mensen en God: is al het gebed dat we tot God richten, daadwerkelijk de benaming van gebed waard? Gaat het daarbij om onze relatie met God, of gaat het erom ons verlangen te stillen? De mens die bidt, dient zelfonderzoek te doen: is dit gebed nu echt mijn gebed? Is dit het beste gebed dat ik tot God kan richten? Als ik weet wat goed en slecht is, ga ik dan niet stiekem op de rechterstoel van God zitten? Heb ik dan wel echt vertrouwen in zijn voorzienigheid? Als we in gebed de handen ten hemel heffen, openen we ons voor de aanwezigheid van de Eeuwige en bidden we dat zijn Geest van gerechtigheid ons gebed zal inspireren. Paulus zegt dat de heilige Geest ons tot het ware gebed inspireert. Het is de Geest die in ons bidt. Bidden is dus ook ruimte maken om ons door de Geest te laten meenemen en inspireren. Dat gebed van de Geest wil de eenheid tussen God en mens weer herstellen. We leven in een wereld waar God afwezig lijkt te zijn en waar de mens aan zichzelf en aan zijn medemensen overgeleverd lijkt. Bidden is dan beseffen dat we in Gods hand zijn.

Gods voorzienigheid brengt ons tot onze opdracht om mensen van God te zijn in deze wereld. Dat is wat Paulus aan zijn leerling Timotheüs schrijft: wees een man van God die zich laat voeden door het Woord van God om de mensen de weg van gerechtigheid te wijzen. Dat is ook wat de arme weduwe doet: zij herinnert de rechter aan zijn opdracht tot gerechtigheid. Zij overtuigt hem niet, maar hij pakt toch zijn verantwoordelijkheid op en doet haar recht. Hieruit blijkt dat Gods gerechtigheid niet het product is van menselijk handelen, maar een opdracht van Godswege waar de mens een bijdrage aan dient te leveren. Gerechtigheid is niet onze uitvinding, maar wij zijn dienstbaar aan de gerechtigheid, ook als het ons niet uitkomt.

Gebed kan ons helpen die dienstbaarheid weer te beseffen. Gebed helpt ons om onze roeping van Godswege te verstaan. Een ander aspect wil ik ook niet onvermeld laten: Mozes heeft de hulp van Aaron en Chur nodig om te kunnen blijven bidden. Dat betekent dat gebed ook een geloofsgemeenschap schept. Gebed is ook een gemeenschappelijke en gezamenlijke activiteit. Als we elkaar niet loslaten, lukt het ook beter om God niet los te laten en uit het oog te verliezen. Dat er een biddende gemeenschap is, geeft de strijdende partijen moed en kracht. Natuurlijk beseffen we nu dat gebed ons nooit mag inspireren tot daadwerkelijk gewelddadige strijd. We vatten dat nu symbolisch op. Maar die strijd om onze waarden, die strijd om gerechtigheid kan evengoed hard zijn. Moge ons gebed vervuld zijn van Gods Geest zelf en moge het vurig zijn en gedragen door ons als geloofsgemeenschap hier in de kerk bijeen. Amen.

Verkondiging 2 oktober 2022, zevenentwintigste zondag door het jaar

Lezingen
Habakuk 1, 2-3; 2, 2-4
Psalm 95
2 Timotheüs 1, 6-8.13-14
Lucas 17, 5-10

Welkom aan u allen in deze kerk op de dag des Heren.
Zijn wij gelovige mensen? Wij komen vaak of met enige regelmaat hier in de kerk en we benoemen onszelf waarschijnlijk als kerkleden, zijn vrijwilliger en betalen vast en zeker kerkbalans. Een we doen ons best om de wereld vooruit te helpen, maar de beelden van afgelopen vrijdag, maken me onzeker en herinneren me aan mijn kwetsbaarheid: wat kan ik stellen tegenover het wapengekletter in de wereld en de retoriek van politici in het nauw? Onze wereld dreigt ten prooi te vallen aan machtsvertoon en populisme. Die komen trouwens angstwekkend dichtbij. Een gelovige is kwetsbaar en machteloos. De eerste woorden van Habakuk uit de eerste lezing zijn me uit het hart gegrepen. Laat ze straks goed tot u doordringen. Wat kunnen we tegenover de onrust in de wereld stellen? God reikt ons een visioen aan, zegt de profeet. Het visioen brengt ons hier samen. Het gebroken Brood van de Verrijzenis wijst de weg: de weg naar elkaar, onze geloofsgemeenschap, naar onze God die onder ons leeft. We mogen ons laten leiden door het visioen dat Jezus met ons deelt. Het is vandaag het verhaal van de oprechte dienstbaarheid die de wereld kan veranderen. Openen we ons voor zijn dienstbare aanwezigheid.

Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
De Bijbel staat vol met tragische figuren. Het is allerminst een succesverhaal van profeten en koningen die hun macht vestigen met hulp van God en allemaal succesvol en rijk worden. We lezen van profeten die door hun eigen volk vervolgd worden; we ontmoeten rechtvaardige koningen die het onderspit moeten delven; we horen van goede mensen die te lijden hebben, zoals Job of Elia. Succesverhalen zijn er wel, maar die zijn eerder uitzondering dan regel. Het leven van Jezus eindigt al even tragisch. We houden ons vast aan de getuigenissen van de verrijzenis, maar als je slechts met menselijke ogen naar zijn leven kijkt, dan word je er niet vrolijk van. Het teken van het kruis kan ons slechts met afschuw vervullen. Het is en blijft een vernederend martelwerktuig, voortgekomen uit de meest duistere menselijke fantasieën.

We moeten ook constateren dat aan het lijden van de mensheid geen einde is gekomen. Er worden telkens weer nieuwe hoofdstukken geschreven. Afgelopen vrijdag is er een nieuw hoofdstuk aan het lijden van de mensen in Oost Europa toegevoegd. Het is ook een nieuw hoofdstuk in het lijden van Europa, dat zijn uitwerking op de rest van de wereld heeft. Zeker de ontwikkelingslanden hebben hierdoor te lijden van hongersnood. Onze zorgen steken daar schril bij af. De roepstem van Habakuk zal zeker in Oekraïne met instemming beluisterd worden.

Wat kan geloof daartegenover stellen? De leerlingen willen het geloof kwantificeerbaar en meetbaar maken. ‘geef ons meer geloof!’. Het brengt ons bij de vraag welk beeld we hebben van geloof. Zijn we als een waterkan die met meer of minder water gevuld is? Is geloven een oefening waar je je best voor moet doen en waar je een diploma voor krijgt als je je voldoende aan de geboden hebt gehouden? Zoals vaker, blijkt uit het evangelie dat geloven niet zozeer het onderschrijven van leerstellingen en dogma’s betekent. Als Jezus uitlegt wat geloven is, komt hij met verhalen en parabels. Vandaag vertelt Hij een verhaal van grenzeloze dienstbaarheid. Die dienstbaarheid is een visioen van de wereld die God voor ogen heeft en die Jezus verkondigt. Deze dienstbaarheid lijkt niet in onze wereld te passen. In een tijd waarin rechten worden geclaimd en mensen opkomen voor hun eigen positie en die veilig willen stellen, lijkt hier een andere vraag aan de orde. Het verhaal betreft echter niet een moralistische boodschap, dat we onszelf weg moeten cijferen om uitsluitend voor de ander te leven. We hebben geleerd dat dit een ongezonde houding van zelfontkenning is.

De dienstbaarheid waar Jezus van spreekt, schept ruimte voor de Maaltijd. En wat betekent die Maaltijd? Deze betekent in het evangelie het herstel van de vriendschap van de mensheid met God. De maaltijd creëert een gemeenschap. Daar zijn we dienstbaar aan. Als geloofsgemeenschap en als gelovige mensen willen we dienstbaar zijn aan het heil van de wereld en de mensheid. Dat Jezus die dienstbaarheid tot het einde van zijn leven heeft waargemaakt, geeft ons te denken. Dat visioen mogen we koesteren als kern van onze overtuiging. Dat visioen opent mogelijkheden om ons handelen in de richting van dit visioen af te stemmen. We weten dat niet ons handelen dat visioen dichterbij brengt. Het visioen is immers een geschenk dat ons gegeven zal worden. Het is de vervulling van de geschiedenis. Maar het visioen waar we naar onderweg zijn, kan ons handelen hier en nu al beïnvloeden en inhoud geven. We lezen het in het levensverhaal van Timotheüs, de leerling van Paulus, die zich zo door het visioen laat raken dat hij de metgezel van Paulus wordt en meetrekt op de missiereizen en de verkondiger wordt van het visioen van het evangelie. Ook hij heeft die dienstbaarheid een plek in zijn leven gegeven.

Daar waar mensen werkelijk dienstbaar zijn aan elkaar, daar waar dienstbaarheid een fundament is waarbinnen ook meningsverschillen en spanningen kunnen worden opgelost, daar wordt het visioen zichtbaar en tastbaar. Dat geeft mensen bemoediging en inspiratie. Waar leiders van volkeren oorlogstaal uitkramen, of waar politici met elkaar vechtend over straat gaan, raakt de menswaardigheid uit het zicht. Christus laat met zijn dienstbaarheid zien, dat Hij de leerlingen een andere richting wijst. Mogen wij de moed en de inspiratie hebben om die dienstbaarheid inhoud en gestalte te geven in ons eigen leven. Amen.