Verkondiging 2 november 2014, Allerzielen
Lezingen
Wijsheid 3, 1-9
Psalm 116
Romeinen 8, 31b-35.37-39
Johannes 11, 17-27
Woord van welkom
Welkom aan U allen. We delen met elkaar ons verdriet. Soms is dat verdriet hard en pijnlijk. Soms overheerst dankbaarheid en vrede en berusting. U weet dat dit jaar voor mij zelf en mijn zus en zwager Allerzielen een bijzondere betekenis heeft na het overlijden van onze moeder. Ook wij delen in het verdriet en we herkennen de tranen van mensen om ons heen. We gedenken ook de vele doden in de wereld, slachtoffers van de aanslag op het vliegtuig in de Oekraïne, de christenen en andere minderheden die in het Midden-Oosten gedood zijn, de slachtoffers van de Ebola epidemie, patiënten en artsen en verpleegkundigen, doden onder de vredessoldaten van de VN, ouderen en eenzamen die zonder naam gestorven zijn.
Als wij samen komen, noemen we de naam van God. We vertrouwen ons leven toe aan Hem die de schepper is van al wat leeft. In Hem zijn we verbonden met onze dierbare doden aan wie we veel herinneringen hebben en vooral hun namen zijn ons dierbaar. Zij staan geschreven in ons hart en we geloven dat zij ook in Gods hand zijn. Het noemen van de namen doen wij in het aangezicht van God. Moge die liefdevolle blik het leven van ons allen verlichten. Laten wij ruimte maken voor Gods stem in ons eigen leven. Laten we gaan staan om in stilte onze dierbaren en alle doden te gedenken.
Homilie
Kan de mens God zien? Veel mensen verlangen een teken van Gods aanwezigheid en wanneer iemand overlijdt, worden zijn/haar laatste woorden zorgvuldig bewaard, omdat we hopen dat ze iets onthullen van de ervaringen bij de ontmoeting met de dood. Wanneer mensen aanwezig zijn bij het sterven van een dierbare, wordt nauwkeurig gewaakt of men de dood kan zien komen.
De dood is voor ons geen verdwijnen in de duisternis en de leegte, maar een ontmoeting met iemand van de overkant. Soms is het geloof van mensen tot een heel kleine kern overgebleven, maar op het moment van overlijden komt vaak het verlangen aan de oppervlakte naar een ontmoeting met God die de zorg voor een dierbare overneemt. Dat is vervolgens de grondtoon van een uitvaart in een kerk of aula: we vertrouwen een geliefde mens toe aan de Eeuwige, die soms een geliefde vader of een bekende vriend is; soms is God een eeuwige liefde die van verre gekomen is om de mens op dit verdrietige moment nabij te zijn.
Het proces van sterven kan op heel verschillende wijzen gaan. Het kan de mens overvallen, maar het kan ook heel sluipend gaan waarbij de mensen eromheen op allerlei manieren liefde geven en zorg verlenen. Soms wordt door een ongeluk, zoals een aanslag op een vliegtuig, een leven gruwelijk afgesneden. Door oorlogshandelingen kunnen mensen uit het leven weggerukt worden. De dood heeft soms een gruwelijk, onmenselijk gezicht, anderzijds kan de dood een bevrijding uit een langdurig lijden betekenen.
In ons christelijke denken en geloven is er altijd de figuur van Christus die de stervende mens tegemoet komt. Het verwijt van Maria aan het adres van Jezus dat Hij te laat gekomen is om de dood van Lazarus tegen te houden, krijgt een antwoord waaruit blijkt dat het komen van Jezus allerminst te laat is, maar een diepere vorm kent waarbij de mens uiteindelijk bevrijd wordt. De mens wordt bevrijd van zijn beperkte waarnemingsvermogen waarbij hij slechts deze wereld kan aanschouwen. Hij/zij kan in zijn leven zijn best doen om in tekenen van de schepping, in de tekenen van menselijke liefde, iets te ontwaren van de eeuwige liefde die de bron van alles is. Maar toch blijft onze blik beperkt en blijven we verlangen naar het onverhulde aanschouwen van Gods liefde. Pas in de dood wordt die beperking opgeheven en opent zich het visioen van Gods onvoorstelbare aanwezigheid, onvoorstelbaar in onze wereld, maar zichtbaar en ervaarbaar aan de overkant. “Ik ben de verrijzenis en het leven”, zegt Jezus. Wie Christus herkent, deelt in die verrijzenis, ook al is hij gestorven.
Wij gedenken vandaag onze doden. Voor u die afscheid heeft moeten nemen van uw echtgenoot of echtgenote is het leven ingrijpend veranderd. Wanneer uw vader of moeder is overleden, is een deel van uw eigen geschiedenis afgesloten. Als de dood in uw leven is gekomen doordat er een vriend is overleden, beseft u uw eigen sterfelijkheid.
De dood van dierbaren raakt ons allen, en daarom vieren wij deze Allerzielen in onze gemeenschap. Wij wenden ons op deze dag naar Christus en bidden Hem dat Hij onze dierbaren thuisbrengt. Wij bidden dat we troost vinden bij elkaar, in onze kring van familie en vrienden, in de kring van onze parochie en onze geloofsgemeenschap. Mogen wij altijd de verhalen van onze geliefden blijven vertellen en met elkaar delen. Want in die verhalen spreekt God tot ons, omdat die dierbaren Gods geschenk aan ons en aan de wereld zijn. Hun leven is voltooid in God en ook ons leven mag de vruchten van hun liefde meedragen. Dat zal ons kunnen troosten.
Amen