LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 1 januari 2015, moederschap van Maria - vredeszondag

Lezingen
Numeri 6, 22-27
Psalm 67
Galaten 4, 4-7
Lucas 2, 16-21

Welkom
Op deze eerste dag van het nieuwe jaar leggen we ons leven weer opnieuw bij God en vragen Hem om zijn zegen. In het bijzonder vragen we op voorspraak van Maria, Koningin van de vrede en Sterre der zee om zegen voor onze nieuwe parochie die vandaag van start gaat. De bisschop heeft een decreet gemaakt en dat krijgt de komende tijd uitvoering. Het betekent een grote historische verandering, maar het fundament blijft het evangelie van Christus. We willen dit blijven uitdragen als gemeenschap van gebed en dienstbaarheid.

We bidden dat onze geloofsgemeenschap van de H. Jacobus binnen die nieuwe parochie met vijf andere geloofsgemeenschappen, een trekkende rol mag blijven vervullen en velen zal inspireren om werk te maken van hun geloof!

Vandaag is het naast de feestdag van het Moederschap van Maria, octaafdag van Kerstmis, ook de internationale dag van vrede. Zoals ieder jaar geeft de paus een vredesboodschap en die wil ik ook vandaag bespreken. Laten we bidden dat Gods vrede over ons zal neerdalen.

Homilie
Het thema van de vredesboodschap 2015 van paus Franciscus is de strijd tegen slavernij. Het kwaad in de wereld dat we iedere dag weer tegenkomen, zowel in de grote wereld als in onze eigen persoonlijke leven, kan ons verleiden tot gedrag dat onwaardig is. We kunnen verleid worden om ons tot hetzelfde niveau te verlagen als degenen die het kwaad bedrijven.

Vorig jaar sprak paus Franciscus van broederschap en fellowship als een houding die ons kan bevrijden van slavernij. Wanneer we elkaar beschouwen als broeders en zusters, zal slavernij geen kans krijgen. Paus Franciscus verwijst naar de brief van Paulus aan Filemon. Daar komt de slaaf Onesimus ter sprake. Deze is weggevlucht van zijn “eigenaar” Filemon en is bij Paulus terecht gekomen. Daar is hij gedoopt en broeder geworden. Hij wordt terug gezonden naar Filemon. Zij moeten nu niet meer als heer en dienaar met elkaar omgaan, maar als broeders. Het is een bijzonder ontroerende brief, waar Paulus het instituut van de slavernij, zoals dat in de Romeinse tijd bestond, niet aanvalt, maar wel laat zien dat de christenen een manier van met elkaar omgaan hebben die daar verre bovenuit stijgt.

De broederschap staat vanaf het begin der mensheid onder druk, vanaf het moment dat Kaïn zijn broer Abel vermoordt. Broeders en zusters erkennen dat zij dezelfde oorsprong hebben. Wanneer mensen zich van die oorsprong verwijderen, verwijderen zij zich van elkaar. Wanneer er verwijdering van God is, dan raken de mensen ook van elkaar vervreemd. Die broederschap wordt niet afgedwongen, maar vraagt een keuze en een vrije bekering.

Er zijn vele vormen van slavernij. Zij begint daar waar mensen als object worden beschouwd en als het eigendom van anderen. Dat wordt natuurlijk niet altijd uitdrukkelijk gezegd, maar uit gedragen situaties kan dat wel afgeleid worden.

Armoede is de eerste oorzaak die ook aan de orde is wanneer mensen achter raken in hun ontwikkeling en buiten gesloten worden van maatschappelijke ontwikkelingen en vooruitgang. Als er geen perspectief is op vooruitgang, dan is er sprake van armoede. Dat heeft dus ook te maken met gebrek aan goed onderwijs, zodat jongeren onvoldoende mogelijkheden hebben om zich te ontwikkelen. Dan gaan andere perspectieven lonken en de criminele verleidingen liggen dan op de loer.

Corruptie is een tweede oorzaak: daarmee bedoelt de paus dat het hart van de mens gecorrumpeerd wordt door het verlangen naar geld en materiële welvaart. Alles wordt gedaan voor het financieel gewin. Vaker dan mensen toegeven is geld de drijvende kracht in hun leven en niet de waardigheid van de menselijke persoon. “Het moet allemaal natuurlijk wel betaald worden” wordt er dan geroepen. Op vele manieren zijn wij deel van het systeem en moeten wij ons geweten laten spreken om de juiste keuzes te maken omwille van de mensen die wij ontmoeten.

Gewapende conflicten, gewelddadige criminele activiteiten en terroristen zijn een volgende oorzaak van slavernij. Mensen worden slachtoffer gemaakt, zij worden ontvoerd en voor gewelddadige doelen misbruikt.

Wat is er nodig? De paus bekritiseert de globale onverschilligheid die deze problematiek van slavernij niet serieus neemt. Er zijn goede initiatieven.

Op de eerste plaats noemt de paus het werk van religieuze congregaties, met name van vrouwelijke religieuzen die zich inzetten voor mensen door ondersteuning, onderwijs en re-integratie in de samenleving, in het bijzonder voor vrouwen, die in de slavernij terecht zijn gekomen.

Voorts wijst hij op de taak van de nationale overheden, de internationale gemeenschap en tenslotte van bedrijven en consumenten.

Ook wij als gelovigen dienen ons van deze problematiek bewust te zijn en onze verantwoordelijkheid op ons te nemen, daar waar we dat kunnen, ook door als consument de juiste keuzes te maken. Ik denk dat we ons in Nederland niet meer kunnen verschuilen achter de stelling dat we niet kunnen weten waar producten vandaan komen.

De kerk heeft de opdracht om door haar caritas mensen bij te staan en projecten te steunen die tegen de slavernij optreden en mensen daarvan bevrijden. Dat kan ook individueel. We propageren broeder- en zusterschap ook jegens hen die in slavernij zijn. Ook zij zijn onze broeders en zusters, zij zijn geen vreemdelingen, maar zij dragen ook het gelaat van Christus. Deze broederschap kleurt ons denken èn ons handelen, ons spreken èn ons bidden.

De paus noemt aan het einde van zijn brief het voorbeeld van de heilige Josephina Bakhita: een vrouw die als slavin uit Soedan veel te lijden heeft gehad. Ze werd bevrijd en daarna religieuze zuster en getuigde van haar vergevingsgezindheid: een voorbeeld van iemand die haar trauma heeft overwonnen door haar geloof en religieuze leven. Zij heeft dus de verleiding van onwaardigheid, van boosheid en wraak weten te weerstaan en ze heeft die zelfs omgedraaid tot vergeving en verzoening. Ze is als heilige gestorven.

Laten wij, ook op deze dag van vrede, altijd leven vanuit de vrede van Christus die Hij aan ons, zijn kerk, heeft toevertrouwd. Daartoe wens ik u Gods zegen en zalig Nieuwjaar.

Amen

Voor de tekst van de boodschap: klik hier.

Overweging oudjaar 2014

We staan voor een grote verandering dit jaar. Een nieuwe parochie begint met een pastoraal team en een bestuur en mensen die onze lokale geloofsgemeenschap dragen in een pastoraatgroep en een beheerscommissie rondom onze eigen St. Jacobuskerk. De nieuwe parochie zal heten Maria, Sterre der Zee, maar de naam van de H. Jacobus blijft verbonden aan ons kerkgebouw. Veel mensen hebben uren besteed aan deze verandering. U heeft geen idee wat er allemaal achter de schermen gebeurt, maar we zijn al die mensen enorm dankbaar. Gelukkig heeft God aan veel mensen in onze parochie talenten gegeven. We bidden om zegen voor onze geloofsgemeenschap en voor de nieuwe parochie. We zijn ook blij dat de broeders van Sint Jan met onze geloofsgemeenschap verbonden blijven en hun diensten blijven aanbieden.

In de reeks avonden van geloofsvorming stonden de werken van barmhartigheid centraal. Ze werden becommentarieerd met teksten van de kerk vader Augustinus en aan de hand van concrete voorbeelden van heiligen. In de najaarscatechese werd de exhortatie van paus Franciscus besproken. In het najaar heeft bisschop van den Hende het Laurentiusjaar afgekondigd. Barmhartigheid zal dus ook komend jaar op onze agenda staan.

Lees meer

Verkondiging 28 december 2014, heilige Familie

Lezingen
Genesis 15, 1-6; 21, 1-3
Psalm 105
Hebreeën 11, 8.11-12.17-19
Lucas 2, 22-40

Woord van welkom
De zondag na kerstmis is traditiegetrouw gewijd aan de heilige familie, Jozef, Maria en het Kind. In deze kleine kring van geloof en zorg is altijd ruimte voor God. Het heilig huisgezin zoals het traditioneel genoemd wordt, is een ruimte waar Gods Woord gedijt en gestalte krijgt. Het gezin is in die zin een afspiegeling van de tempel waar het evangelieverhaal van vandaag zich afspeelt. De tempel is belangrijk in het evangelie volgens Lucas, niet als gebouw maar als teken van Gods verbond, teken van Gods blijvende aanwezigheid. Deze aanwezigheid krijgt in dit pasgeboren Kind een volstrekt nieuwe dimensie.

Wij zijn geroepen om als Gods gezin op aarde een tempel te zijn, een levend teken van Gods aanwezigheid in deze wereld, van God die trouw blijft en die steeds nieuw leven geeft zoals aan Abraham en Sara. Voor al die keren dat dit niet lukte, bidden we God om vergeving.

Homilie
Wie het geloof van de aartsvader Abraham bestudeert, ziet daarnaast ook veel ongeloof. Overduidelijk worstelt hij met het geloof dat hij zich eigen moet maken. Op het ene moment is hij vol hoop, maar dan weer diep teleurgesteld. Abraham die nu nog Abram heet, is in de loop van de jaren een pragmatisch mens geworden. Hij heeft in zijn jeugd het geloof van zijn voorouders verlaten, omdat hij de stem had verstaan van de Ene, de ware God die alles geschapen heeft. Abram heeft zelfs zijn ouderlijk huis en land verlaten om dat nieuwe geloof voldoende ruimte te geven. Samen met Sarai bouwt hij een nieuw bestaan op gebaseerd op het geloof in die ene God, die de oorsprong van alles is.

In de ogen van zijn voorouders is Abram een afvallige geworden, een ongelovige, die de goden van zijn voorouders achter zich heeft gelaten. Abram zelf vindt dat hij een nieuw geloof ontdekt heeft dat meer vreugde en meer inspiratie geeft dan het veelgodendom dat hij verlaten heeft.

Maar is dat geloof bestand tegen de weerbarstigheid van het leven? In de loop van de jaren lijkt het alsof deze weg van het nieuwe geloof dood loopt: Abraham en Sara krijgen geen kinderen en hun levensweg lijkt ten einde te lopen zonder navolging te krijgen. Hij denkt het pragmatisch te kunnen oplossen door een vreemdeling, die een dienaar is, tot erfgenaam te benoemen. Er klinkt een grote teleurstelling door in de woorden van Abraham, die zijn geloof lijkt te verliezen.

Maar opnieuw klinkt de stem die Abraham herkent als God belofte en later in het verhaal – maar dan zijn we wel weer een paar hoofdstukken verder – wordt deze belofte daadwerkelijk vervuld door de geboorte van Isaäk. Geloof en ongeloof liggen dicht bij elkaar. Momenten van groot vertrouwen en wanhoop kunnen soms dichter bij elkaar liggen dan ons lief is. Uiteindelijk heeft het geloof bij Abraham en Sara de overhand en is het de ruimte waarbinnen Gods woord kan gedijen.

In de reflectie van de Hebreeënbrief op het geloof van Abraham wordt verteld dat zijn geloof op de proef gesteld werd. Er was dus naast het geloof van deze aartsvader veel ongeloof. Daar is dus eigenlijk niets vreemds aan.

Ook in onze tijd liggen geloof en ongeloof dicht naast elkaar. Enerzijds zijn de verschillen tussen mensen erg groot. We zijn al lang geen christelijke natie meer, die door het geloof van de christelijke kerken wordt getekend en gedragen. Er is geen gemeenschappelijke basis meer in een gedeelde christelijke overtuiging. Als gelovigen zijn we voortdurend in gesprek met ongelovigen of andersgelovigen. Soms is dat gesprek een poging om je eigen standpunt te verdedigen, soms is het een gesprek met een geïnteresseerde buitenstaander. Hoe het ook zij, dat gesprek kunnen we niet uit de weg gaan.

Anderzijds zien we dat geloof en ongeloof in mensenlevens elkaar kunnen afwisselen. Mensen verliezen het geloof van hun jeugd en laten evangelie en kerk jaren lang links liggen. Dan is er soms een kleine aanleiding nodig om het geloof weer op te pakken en zelf de kerk weer terug te vinden. Wonderlijke levensverhalen vertellen soms van geloof dat hervonden wordt en op een nieuwe manier een basis van het leven wordt.

Het verhaal van het evangelie vertelt hoe twee oude mensen, Simeon en Anna, het geloof bewaard hebben. Te midden van een minder oplettend publiek kijken zij met ogen van geloof naar dit Kind, dat door zijn ouders de tempel binnengedragen wordt. Ook hier wordt geloof van Simeon en Anna omringd door het ongeloof van hun tijd, gelet op de verbazing van deze ouders.

Het gezin van Jozef en Maria is, net als het gezin van Abraham, Sara en Isaäk, een ruimte waar ook God een plaats heeft. Het gezin is geen structuur of een instituut, maar een ruimte rondom het woord van God dat de mensen in dit gezin voedt en leven geeft. Een ruimte waar mensen in trouw zorgzaamheid aan elkaar betonen. Het gezin is een veilige ruimte waar kinderen en jongeren Gods roeping mogen ontdekken en van waaruit zij hun eigen weg kunnen inslaan. Daarom kunnen wij als kerkgemeenschap ook een heilige familie vormen, opgebouwd rondom het Woord van God dat een belofte in houdt, een belofte die vruchten draagt. Een ruimte waarin Gods roeping gestalte wordt gegeven door mensen die zich aan elkaar gehecht hebben , die zich voor die gemeenschap inzetten, die hun taken oppakken.

Zo leggen we als kerkgemeenschap getuigenis af van de belofte van God die levensvatbaar is en leven geeft. Denk niet als de oude Abraham en Sara dat we geen leven meer zouden kunnen voortbrengen. Dat zou getuigen van ongeloof! God wijst nieuwe wegen en die slaan we met vertrouwen en vreugde in!

Amen