LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 2 november 2024, Allerzielen

Woord van welkom
Welkom op deze donkere avond. Welkom aan u allen, die met een beladen hart hiernaartoe zijn gekomen om een dierbare te gedenken: je man, je vrouw, je moeder, je vader, je kind, je collega, je vriend of vriendin. Een beladen hart kun je het beste delen met elkaar, dan gaat het open en dan wordt het minder zwaar. Daartoe zijn we hier bij elkaar, zowel lotgenoten als tochtgenoten. De dood is mysterieus en geen spelletje zoals sommigen met Halloween denken. Het is een perspectief voor het leven van ons allen. Het is een realiteit die deel is van ons leven.

Daarom openen we de Schriften. Daarin lezen we een belofte: het leven van onze dierbare is niet verdwenen, maar geborgen in God. Ook ons eigen leven zal ooit geborgen zijn in God.

Soms kunnen we vrede hebben met de dood omdat een leven naar menselijke maatstaven voltooid is. Soms is het leven te zwaar en te moeizaam geworden en ervaren we de dood als bevrijding. Soms echter is de dood als een inbreker waar je niet op bent voorbereid, een ongenode gast die de duisternis en de kilheid van de dood binnen brengt.

Als we de lijst namen van dit jaar zien, bedenken we dat iedere naam een mensenleven is, uniek, met een eigen geschiedenis, met een eigen verhaal en met een eigen familie en vriendenkring. We noemen straks hun namen om hen niet te vergeten.

Laten we gaan staan om in stilte onze dierbaren en alle doden te gedenken.

Homilie H. Nicolaas
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
De weg van het sterven is een eenzame weg. Soms zien we het sterven aankomen en dan kunnen we ons erop voorbereiden. Dan kunnen we iemand verzorgen, met elkaar praten, samen stil zijn, samen bidden, elkaar bij de hand vasthouden, elkaar nog een kus geven. Naarmate de poort dichterbij komt, wordt ieder woord en ieder gebaar meer beladen en delicaat. Zou hij me nog horen, zou ze weten dat wij er nog zijn?

Soms is er tijd voor het sacrament van de ziekenzalving waarbij de olie begeleid door de woorden van het sacrament diep doordringt in de ziel en ook in die van de aanwezigen erom heen: familie, vrienden en pastor worden door die gebaren en woorden geraakt. Op dat moment zijn we niet alleen, maar zijn we ten diepste verbonden met onze Tochtgenoot naar dat nieuwe Leven, Jezus zelf die ons bij de Vader brengt.

We kunnen onze dierbaren begeleiden op weg naar die poort, die zij dan alleen moeten doorgaan. Ons tochtgenoot-zijn als echtgenoot, als kind, als ouder, als vriend of vriendin, houdt op bij die toegang tot die andere wereld. We moeten hem of haar dan loslaten, zoals Jezus zegt over Lazarus: maak hem los en laat hem gaan.

Soms daarentegen overvalt de dood ons door een ongeluk of door een plotselinge ziekte, en hebben we het gevoel met lege handen te staan. Wat hadden we moeten zeggen of moeten doen? Weet hij of zij wel dat we van hem houden? Heb ik het juiste gezegd of gedaan? Heb ik hem kunnen vergeven?

Vandaag gedenken we allen die we uit handen hebben moeten geven. Zij waren onze tochtgenoot door het leven en we hebben veel met elkaar gedeeld, soms tientallen jaren lang. En we weten: er is geen tijd om te sterven want ieder overlijden betekent een gemis. Of je nu 101 bent of 33: ieder mensenleven is kostbaar in Gods ogen en hoe lang iemand geleefd heeft, is in Gods ogen minder van belang dan de vraag of je vanuit de liefde geleefd hebt.

Ieder mensenkind is Gods kind en ieder kind heeft van God het talent gekregen om te beminnen. Die liefde die we in het leven gedeeld hebben zal ons bij God brengen die immers de bron van de liefde is. Dat is de verkondiging van de Tochtgenoot die zich aan de twee leerlingen op weg naar Emmaüs in het gesprek mengt. Het is aanvankelijk een verdrietig gesprek vol van teleurstellingen, maar het wordt een geloofsgesprek omdat blijkt dat we een Tochtgenoot hebben die met ons meegaat door de poort heen. Jezus is zelf door de poort van de dood gegaan en vanaf de overkant van zijn verrijzenis groet hij ons en openbaart zich aan ons als tochtgenoot die ons nooit loslaat en nooit vergeet. Hij breekt het brood en de liefde wordt zichtbaar en nu weten de leerlingen dat zij op het kruis iets anders gezien hebben dan dood en lijden: zij hebben op het kruis de liefde van God zelf gezien. Een nieuw beeld van God wordt getoond, nieuwe kennis over God wordt duidelijk gemaakt.

Wij zijn vanavond tochtgenoten met elkaar, straks letterlijk als we met elkaar het kerkhof opgaan om alle graven te zegenen, om ook elkaar te zegenen. We mogen weten dat onze God een trouwe God is, ook voorbij die poort van de dood heen. Moge dat ons tot troost zijn. Amen

Homilie – Begraafplaats St. Petrus’ Banden
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
De weg van het sterven is een eenzame weg. Soms zien we het sterven aankomen en dan kunnen we ons erop voorbereiden. Dan kunnen we iemand verzorgen, met elkaar praten, samen stil zijn, samen bidden, elkaar bij de hand vasthouden, elkaar nog een kus geven. Naarmate de poort dichterbij komt, wordt ieder woord en ieder gebaar meer beladen en delicaat. Zou hij me nog horen, zou ze weten dat wij er nog zijn?

Soms is er tijd voor het sacrament van de ziekenzalving waarbij de olie begeleid door de woorden van het sacrament diep doordringt in de ziel en ook in die van de aanwezigen erom heen: familie, vrienden en pastor worden door die gebaren en woorden geraakt. Op dat moment zijn we niet alleen, maar zijn we ten diepste verbonden met onze Tochtgenoot naar dat nieuwe Leven, Jezus zelf die ons bij de Vader brengt.

We kunnen onze dierbaren begeleiden op weg naar die poort die zij dan alleen moeten doorgaan. Ons tochtgenoot-zijn als echtgenoot, als kind, als ouder, als vriend of vriendin, houdt op bij die toegang tot die andere wereld. We moeten hem of haar dan loslaten, zoals Jezus zegt over Lazarus: maak hem los en laat hem gaan.

Soms echter overvalt de dood ons door een ongeluk of door een plotselinge ziekte en hebben we het gevoel met lege handen te staan. Wat hadden we moeten zeggen of moeten doen? Weet hij of zij wel dat we van hem houden? Heb ik het juiste gezegd of gedaan? Heb ik hem kunnen vergeven?

Vandaag gedenken we allen die we uit handen hebben moeten geven. Zij waren onze tochtgenoot door het leven en we hebben veel met elkaar gedeeld, soms tientallen jaren lang. En we weten: er is geen tijd om te sterven want ieder overlijden betekent een gemis. Of je nu 101 bent of 33: ieder mensenleven is kostbaar in Gods ogen en hoe lang iemand geleefd heeft, is in Gods ogen minder van belang dan de vraag of je vanuit de liefde geleefd hebt.

Ieder mensenkind is Gods Kind en ieder Kind heeft van God het talent gekregen om te beminnen. Die liefde die we in het leven gedeeld hebben zal ons bij God brengen die immers de bron van de liefde is. Dat is de verkondiging van de Tochtgenoot die zich aan de twee zussen in Betanië toont. Zij zijn verdrietig en teleurgesteld omdat Jezus te laat is gekomen om hun broer te genezen. In het gesprek toont Jezus dat hij ook nu een tochtgenoot blijkt te zijn die zelfs met ons door de poort heen gaat. Hij zal ons dan vergezellen. Jezus is zelf door de poort van de dood gegaan en vanaf de overkant van zijn verrijzenis groet hij ons en openbaart zich aan ons als tochtgenoot die ons nooit loslaat en nooit vergeet. Dan begrijpen Marta en Maria dat Jezus een tochtgenoot is, die ons naar zijn Vader brengt en ons thuis brengt in Gods Liefde. Vanaf dat moment boezemt de poort van de dood de leerlingen van Jezus minder angst in. Het is immers niet meer een einde, maar een uitnodiging om Gods eeuwige liefde binnen te treden.

Wij zijn vanavond tochtgenoten met elkaar, straks letterlijk als we met elkaar de begraafplaats op gaan om alle graven te zegenen, om ook elkaar te zegenen. We mogen weten dat onze God een trouwe God is, ook voorbij die poort van de dood heen. Moge dat ons tot troost zijn. Amen