Verkondiging 21 juli 2024, zestiende zondag door het jaar
Lezingen
Jeremia 23, -16
Psalm 23
Efeze 2, 13-18
Marcus 6, 30-34
Woord van welkom
Van harte welkom,
De leerlingen hebben zich weer bij Jezus gevoegd, horen we straks in het evangelie. Ze waren op pad gestuurd, om met als enige instrument hun eigen geloof naar mensen toe te gaan om het koninkrijk van Gods liefde en barmhartigheid te verkondigen. Het bleek, waarschijnlijk tegen hun eigen verwachtingen in, een succesverhaal te zijn. Nu zijn ze samen met Jezus die hen uitnodigt op adem te komen en een moment van bezinning in te lasten. Wat gebeurt er in die kring van de leerlingen rondom Jezus? Hoe verhoudt ieder zich tot Jezus? Ook wij verzamelen ons van week tot week rondom Jezus in de eucharistie; we horen zijn woord en delen zijn aanwezigheid. Laten we ons vandaag weer bezinnen op ons eigen leven en nadenken over onze relatie met Jezus.
Rembrandt Harmensz. van Rijn 1606 – 1669
Jezus tussen zijn leerlingen
krijttekening, gekleurd met pen en penseel (35 × 48 cm) — 1634
Teylers Museum, Haarlem
Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
In het Teylers museum hangt een ets van Rembrandt waar hij Jezus afbeeldt in de kring van zijn leerlingen. Het zou zomaar het verhaal van vandaag kunnen zijn: de leerlingen zijn terug gekomen van hun zendingsopdracht en zitten vol verhalen. Ze luisteren naar Jezus die reageert op hun ervaringen. Het is ongetwijfeld een keerpunt geweest in de relatie van Jezus met zijn leerlingen waar zij ervaren dat zij naast luisteren ook leren verkondigen. Dat is een opdracht van de kerkgemeenschap tot op vandaag. Dat geldt pastores én kerkgangers: het goede nieuws dat we hier horen, mag verspreid worden buiten deze muren en kan mensen inspireren en op de been brengen. De vraag is of we dat aandurven en op welke manier we dat doen. Fundament is daarbij dat we geroepen zijn om te ontdekken waar het Koninkrijk al aanwezig en werkzaam is bij de mensen die wij ontmoeten op onze wegen; hoe in hun levensverhalen Gods aanwezigheid zich ontvouwt. In onze ontmoetingen mogen we duidelijk maken aan de mensen dat God hen niet verlaten heeft, maar juist ondersteunt en moed geeft.
Wij bréngen niet Gods Koninkrijk, maar we laten zien dat het al aanwezig is. Op die manier is ook de Kerk niet de brenger van Gods Koninkrijk, maar laat ze zien waar dit Koninkrijk werkzaam is. De relatie tussen het Koninkrijk en de Kerk is van oudsher een spannende relatie: er is geen identiteit. De Kerk valt niet samen met het Koninkrijk. Ze heeft wel altijd die verleiding gekend. Dan werd er gezegd: als je maar bij de Kerk hoort, dan heb je het Koninkrijk in je binnenzak. Terwijl Jezus ons duidelijk maakt dat geen mens heer en meester is van dat Koninkrijk: de farizeeër voor in de synagoge komt bedrogen uit, terwijl de tollenaar die erkent dat hij niet volmaakt is, maar een zondaar, zal door God gerechtvaardigd worden.
De prent, die u later vandaag bij mijn preek op de website kunt vinden, laat Jezus met negen van zijn leerlingen zien die naar Hem luisteren. Iedere leerling heeft zijn eigen houding. Sommigen zitten dichterbij in het licht, anderen blijven meer in de schaduw. Sommige leerlingen zijn herkenbaar. Er is Petrus die rechts van Jezus zit en met open, instemmende ogen lijkt te kijken. Johannes zit met gekruiste armen tegenover Jezus, mediterend met de ogen dicht, luistert hij geconcentreerd om de diepere betekenis van de woorden van Jezus te verstaan. Een van de leerlingen lijkt niet op te letten en kijkt naar voren. Hij kijkt ons, de toeschouwers aan. Een klassieke manier van schilders om de toeschouwer in het tafereel te betrekken. Religieus en gelovig als Rembrandt was, kan het verstaan worden als een uitnodiging, om toe te treden tot de kring van de leerlingen. Dat is een vraag die telkens weer aan ons wordt gesteld: willen wij inderdaad leerling van Jezus zijn? En wat betekent dat dan?
De profeet Jeremia maakt duidelijk wat het probleem is dat God ziet gebeuren in zijn volk: schapen zonder herders; de herders die er zijn maken hun opdracht niet waar, omdat ze meer voor hun eigen gewin en eer bezig zijn in plaats van hun gerichtheid op eenheid en welzijn van de schapen als geheel, als kudde. God neemt met die constatering geen genoegen, maar zendt herders die zijn volk kunnen verzamelen. Jezus heeft dat als zijn opdracht verstaan en heeft zijn leerlingen duidelijk gemaakt dat zij in die opdracht delen.
Blijkbaar kan niet iedereen leerling zijn: er blijft altijd wat de evangelisten noemen: de menigte, de wereld, de samenleving. Deze wordt niet neerbuigend behandeld als onwetend en dom, maar liefdevol. Jezus wil hen niet in de steek laten. Ik denk dat het daar wel eens fout gaat, wanneer de Kerk of mensen van de Kerk, zowel pastores als andere gelovigen, mensen neerbuigend en negatief afschilderen en daarmee eigenlijk afschrijven. Uitspraken als “ze hebben het niet begrepen” en “de wereld zal ons toch ooit begrijpen”. Dan maken we onze herderlijke opdracht niet waar, maar verdelen we. Dat is niet de roeping van de Kerk.
Wanneer we hier bij elkaar komen in de kerk, zitten we als het ware in de kring die Rembrandt heeft getekend. De een zit meer vooraan, de andere wat meer in de schaduw. De een is actiever dan de ander, de een voelt zich wat meer op zijn/haar gemak, dan de ander die misschien nog wat onwennig is. Maar ieder hoort erbij in de kring rondom Jezus. Laat je voeden door zijn woord, door zijn aanwezigheid. Laat de rust die je hier ervaart een bron zijn om op adem te komen en te beseffen hoe dichtbij Gods Koninkrijk is, ook in je eigen leven. Amen