LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 26e zondag door het jaar, 28 september 2014

Lezingen
Ezechiël 18, 25-28
Psalm 25
Filippenzen 2, 1-11
Mattheüs 21, 28-32

Woord van welkom
De vredesweek 2014 roept ons op tot bezinning in een periode dat de wereld op een aantal plekken van gewelddadigheid lijkt te ontploffen. Terwijl aan de ene kant de wereld lijkt te groeien in humaniteit en zorg voor minderheden en kwetsbare groepen, worden aan de andere kant mensen onthoofd en zonder pardon doodgeschoten. De landen die deze weken in New York bijeen zijn voor de algemene vergadering van de Verenigde Naties, hebben veel gesproken over de stappen die genomen moeten worden. Coalities zijn gesmeed. Er zijn nieuwe verbonden gesloten om de gewelddadigheden te stoppen.

De Paus, die vorige week in Albanië was, heeft gezegd dat hij begrijpt dat acties erop gericht zijn om deze gewelddadigheden te stoppen, onder het motto dat het toegestaan is een onrechtmatige agressor met geweld te stoppen. Laten we in deze viering ons eigen hart onderzoeken om de vrede die God geeft vast te houden en ons niet aan gevoelens van haat, wraak en geweld over te geven. Vragen we God om vergeving voor die keren dat we niet vanuit het vertrouwen op God leefden.

Homilie
De kwestie van de twee broers uit het evangelie is een vraag naar betrouwbaarheid, die effectief is en die vruchten draagt. Op beide broers is wat aan te merken. Zij vertonen allebei gedrag waar je als ouder niet blij mee bent. De een doet wel braaf, maar uiteindelijk, als het erop aan komt, blijkt hij onbetrouwbaar te zijn. Je kunt hem geen verantwoordelijkheid toevertrouwen. Hij zal deze niet waarmaken. De ander is eigenlijk ook geen knip voor de neus waard, aangezien hij zich verzet tegen een oproep van zijn vader om zich in te zetten voor de wijngaard. Ook hij is onbetrouwbaar omdat hij de opdracht van zijn vader niet serieus neemt en niet op waarde schat wat voor zijn vader belangrijk is.

Waar Jezus aandacht voor vraagt is de beweging van het innerlijk, de beweging van het geweten en het hart en het verstand van de broers. Waar laten zij zich door leiden? Het geweten is immers voor Jezus geen stilstaande poel, want die bevat slechts vies, doods water. Een stilstaand geweten dat verwaarloosd wordt doordat iemand zich geen vragen meer stelt en de dilemma’s van het leven uit de weg gaat, kan geen bron van leven zijn. Het gezonde geweten is in beweging. Het laat zich leiden door geloof, door principes en door het appèl dat door mensen en door omstandigheden gedaan wordt. Jezus roept de mens op om zijn geweten voortdurend te onderzoeken en zich af te vragen door welke motieven hij/zij geleid wordt. Het geweten is in beweging en het zal een beweging ten leven zijn wanneer het zich laat leiden door de Liefde van God en tot de naaste.

Het geweten van de ene broer die zich voordoet als brave Hendrik, laat zich uiteindelijk leiden door eigenbelang en eigen genot. Zijn wereld is niet groter dan zijn eigen erf en zijn hart heeft slechts ruimte voor zijn eigen vriendjes. Zijn geweten is wel in beweging, maar die beweging wordt alleen door egoïsme gevoed. Zijn brave opstelling verdampt als sneeuw voor de zon wanneer allerlei verleidingen op hem afkomen. Hij ontloopt zijn roeping en opdracht in het leven die hij van de Vader gekregen heeft. Het geweten is wel in beweging, maar loopt uiteindelijk dood op eigenbelang, dood in zichzelf.

Het geweten van de andere broer is ook in beweging. Hij is aanvankelijk een vervelend heerschap omdat hij niet ingaat op de vraag van de vader. Hij heeft moeite met zijn roeping en opdracht in het leven. Laat mij mijn eigen gang maar gaan! Wat heb ik met jouw wereld van die wijngaard te maken? Waarom zou ik me inspannen voor jouw wijngaard? Zijn geweten komt echter in beweging en er komt ruimte voor de wijngaard die niet slechts de wijngaard van zijn vader is, maar ook de wereld van hemzelf. Hij deelt de wereld niet meer in tussen eigen belang en zijn vaders belang, maar hij ziet het gemeenschappelijk belang. Hij ziet zichzelf als deel van de wijngaard en wanneer die wijngaard vruchten draagt, dan zal ook zijn eigen leven rijker en vruchtbaarder zijn en ook het leven van anderen in die wijngaard.

In deze viering van de eucharistie keren we naar binnen in onszelf en onderzoeken we de beweging van ons eigen geweten: waarin vinden we onze kracht en waardoor laten we ons aanspreken? En vooral door wie? Het motto van de vredesweek is: “wapen je met vrede” naar het advies van Paulus. Hij spoort ons aan te putten uit ons geloof in Christus die geleden heeft en gestorven is. Hij is de Weg van vrede. Daarin vinden we kracht. Wij houden ons vast aan ons geloof om de vrede niet te verliezen, om onszelf niet over te geven aan gedachten en gevoelens van wraak en haat. Het offer van Christus was immers Gods antwoord op de gewelddadige tijd. We lezen het in de Filippenzenbrief: Christus heeft de weg van de dienstbaarheid gekozen. Het was een vrije keuze. Onze God kiest niet voor overmacht en geweld, maar voor de weg om het lijden van de mens niet uit de weg te gaan. Niet het lijden is goed, maar de weg van de mens, ook al moet deze het lijden ondergaan, kan leiden tot leven, tot eeuwig leven.

Als er geweld gebruikt moet worden om onrechtmatige agressie te stoppen, hoeven we onszelf nog niet in dit geweld te verliezen. Het appèl dat de naaste, de mens in nood, de vluchteling, de vervolgde christen op ons doet, is een appèl tot vrede, maar ook om de naaste te beschermen en in veiligheid te brengen.

Ons geweten moet in beweging blijven. Natuurlijk kunnen we aarzelen om de weg van de vrede in te slaan, maar het verhaal van de broer die uiteindelijk toch de weg naar de wijngaard inslaat, mag onze hoop versterken en ons helpen onze aarzelingen te overwinnen om de weg van vrede en ons verbond met Christus vast te houden als fundament, als richting. Laten we voortdurend zijn naam belijden als een naam ten leven, een naam van vrede, omwille van de wereld, de wijngaard die we met alle volkeren delen.

Amen.