LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 27 augustus 2023, eenentwintigste zondag door het jaar

Lezingen
Jesaja 22, 19-23
Psalm 138
Romeinen 11, 33-36
Mattheüs 16, 13-20

Woord van welkom
We zijn vandaag getuige van het bekende gesprek tussen Petrus en Jezus over de identiteit van Jezus: wie zeggen jullie dat ik ben? Het is een gesprek in gelijkwaardigheid. Jezus staat open voor de antwoorden van de leerlingen. Ook Petrus ontvangt een naam en een opdracht. Jezus spreekt zijn enorme vertrouwen in Petrus uit. We weten welk risico Hij daarmee loopt.

In deze Eucharistie worden we zelf met een nieuwe naam aangesproken. Bij de communie wordt gezegd: lichaam van Christus. We krijgen de opdracht om met Hem verbonden te zijn. Bovendien vraagt Hij ons zijn Naam van Liefde bekend te maken zoals de apostelen dat hebben gedaan. We zijn geroepen zijn liefde die we hier ontvangen, de wereld in te brengen. Laten we open staan voor wat we hier van de Heer ontvangen. Mogen wij zijn aanwezigheid hier ervaren.

Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
Gisteren sloot ik een huwelijk. In de ceremonie was enerzijds ruimte voor de burgerlijke huwelijkssluiting en vervolgens kwamen de uitwisseling van de ringen en de huwelijkszegen gevolgd door gebed. We waren in een mooi Fries Kerkje, Tsjerke, waar ik al eerder een huwelijk had gesloten. Al duizend jaar wordt op die plek gebeden en gezongen. Hoeveel bruidsparen zullen op die plek zijn geweest al die eeuwen? Van katholiek is de kerk protestant geworden. Nu is het geen kerk meer, maar het is gelukkig wel een plek gebleven waar mensen dit soort levensgebeurtenissen kunnen vieren en dierbaren kunnen gedenken.

Het was een mooie gelegenheid om na te denken over de diepere betekenis van het huwelijk. Zowel in de burgerlijke als in de kerkelijke huwelijkssluiting werd benadrukt dat het fundament van de relatie is wat de partners elkaar schenken en elkaar beloven. Wat zien zij in elkaar? Hoe noemen zij elkaar? Het woord dat Mattheüs gisteren aanreikte was een schat in de akker, een kostbare parel. Deze Bijbelpassage was door het bruidspaar gekozen. Het thema zoeken en vinden kwam dan ook een aantal keren aan de orde. Hierbij moet ook gedacht worden aan het zoeken naar de schat in jezelf. Van echtelieden mag verwacht worden dat zij bij elkaar ook die schat aan de oppervlakte brengen. Mensen kunnen verrassend veel te bieden hebben. Laten we ons nog door elkaar verrassen?

Het bruidspaar wilde naast de officiële huwelijksbelofte ook in eigen woorden vertellen hoe zij de ander zien. We luisterden naar twee heel persoonlijke getuigenissen. Daarin was te merken hoezeer bruid en bruidegom elkaar kenden en met elkaar zijn opgetrokken. De ambtenaar van de burgerlijke stand benadrukte dat de wet verwijst naar het intermenselijke aspect van het huwelijk: echtelieden zijn elkaar “getrouwheid, hulp en bijstand” verschuldigd, zoals ook in de kerk het welzijn van de echtgenoten als het eerste doel van het sacramentele huwelijk wordt gezien. Dus in beide formele kaders staat het menselijke centraal: het gaat om wat de mensen voor elkaar betekenen, wat zij elkaar te bieden hebben, wat zij van elkaar mogen verwachten en waarin zij elkaar dus mogen vertrouwen. Het formele en juridische staan ten dienste van dit menselijke, om dat te beschermen en te doen groeien. In het kerkelijke huwelijk wordt toegevoegd dat het God is die extra genade biedt om dat menselijke te verdiepen. God is de bron waaruit de echtelieden kunnen putten om nog beter begrijpen wat zij voor elkaar betekenen. In een relatie, zoals bij een huwelijk, maar het geldt voor alle relaties, ouders, en kinderen, vrienden, onderwijzers en kinderen, docenten en studenten, collega’s, noemen mensen elkaar bij hun echte naam, helpen zij elkaar hun echte innerlijk te ontdekken, en mogen zij ontdekken welke parels zij te bieden hebben.

Jezus vraagt zijn leerlingen hoe zij hem beschouwen. Er volgen namen van het verleden. Alsof de goede oude tijd van de profeten is terug gekeerd. We weten dat Jezus voortbouwt op het erfgoed van de profeten. Maar het antwoord van Simon Petrus reikt verder: het gaat om de toekomst. Zijn bewoordingen zijn ongekend en duiden een dimensie aan van Jezus die verwijst naar God zelf. Dat is mooi om als mensen zo naar elkaar te kijken: niet met de blik op het verleden, maar juist gericht op de toekomst. De reactie van Jezus, die Simon Petrus een nieuwe naam geeft, steenrots, is ook een verwijzing naar wat Petrus nog te bieden heeft. Hij krijgt de sleutels van het koninkrijk en zal de verantwoordelijkheid van de kudde op zich nemen. Zijn onze relaties ook gericht op de toekomst? Geven we elkaar dan ook namen van de toekomst? Zeggen we wat we denken dat de ander te bieden heeft? Spreken we onze verwachtingen naar elkaar uit? Of zetten we elkaar vast in het verleden en komen we voortdurend terug op wat is geweest?

Dit prachtige gesprek tussen Jezus en de leerlingen is een mooie oefening om evangelisch met elkaar om te gaan en uit te spreken wat we voor elkaar betekenen. Waar zijn we dankbaar voor en waarin hopen we op de ander? Het Koninkrijk dat we verwachten is een Rijk waar mensen elkaar niet vastpinnen, niet misbruiken, elkaar niet vernederen en kleineren of uitschelden. Daar wijzen mensen elkaar de weg naar de toekomst, wijzen ze elkaar op de schat in de akker, de parel in hun hart. Als wij Jezus belijden als Messias betekent dit dat we als leerlingen ook op die manier met elkaar willen leven. Mogen wij zo allemaal een steenrots zijn voor elkaar, een rots in de branding voor de gemeenschap der mensen. Amen