Verkondiging 13 augustus 2023, negentiende zondag door het jaar
Lezingen
1 Koningen 19, 9a.11-13a
Psalm 85
Romeinen 9, 1-5
Mattheus 14, 22-33
Woord van welkom
Welkom bij deze figuurlijke boottocht op het meer. Misschien denkt u dat we in vakantiestemming blijven met deze uitnodiging voor een boottochtje op het meer, maar voor Jezus is de uitnodiging een opdracht en een zending. Hij zendt zijn leerlingen weg. Hij lijkt dit zelfs met harde hand te doen. Wat zijn de leerlingen waard in afwezigheid van Jezus? Niet veel blijkt die nacht: angst maakt zich van hen meester. Ook het geloof van Petrus, de rots, die de moed vat in de richting van Jezus te gaan, blijkt dun als ijs van één nacht te zijn.
Ook in onze leven kan angst regeren. Gebeurtenissen in ons leven of in het leven van dierbaren kan het evenwicht van ons leven fundamenteel verstoren. Ook vrees dat er iets erg kán gaan gebeuren kan ons leven verstoren. Hier mogen we in God de bron van rust en vertrouwen vinden. Zolang we leven verbonden met Hem, blijven we gericht op die grotere en eeuwige wereld van waaruit Hij ons zijn liefde geeft. Dat is liefde die blijft en die sterker is dan alle stormen van en in ons leven. Laten we ons openstellen voor zijn aanwezigheid in ons leven.
Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
Wanneer rampen ons leven treffen, komt voor veel mensen snel de vraag op: “Waar is God nu eigenlijk?” Geloof en gebed zouden dan instrumenten zijn om veilig en zonder kleerscheuren door het leven te gaan. Wie het verhaal van Job serieus tot zich neemt, weet dat dit niet de functie van geloof en gebed is. Natuurlijk wil de mens veilig en in gezondheid door dit leven gaan en wil de mens er alles aan doen om garanties te hebben voor een gelukkig bestaan. We sluiten verzekeringen, we richten organisaties op en maken protocollen om het sociale verkeer in onze samenleving goed te laten verlopen.
Instituties en regelgeving moeten helpen om adequaat te reageren op ongelukken en tegenslagen. Maar keer op keer moet de mens erkennen dat dit maar zeer beperkt soelaas biedt. De echte redding komt toch van elders. U kunt het hele verhaal van Elia nog eens doorlezen uit 1 Koningen en dan leest u dat in die tijd blijkt dat de instituties die Israël in het leven heeft geroepen om het land op te bouwen, feitelijk failliet zijn gegaan. Koning Achaz is corrupt en van het pad van het geloof afgeweken. Hij laat zich leiden door zijn heidense vrouw Izebel die er een heel ander waardenpatroon erop na houdt dan het Bijbelse. Het koningschap is niet meer een persoonlijke gelovige levenswandel van een kind van Israël dat het ambt van koning vervult, maar het is een instrument van macht en onderdrukking geworden van een koning die zijn macht veilig wil stellen. De tempel en de priesterlijke kaste die er is aangesteld voor de eredienst, is verworden tot een instrument om de macht van de corrupte koning te legitimeren en te ondersteunen.
Weg is de persoonlijke en individuele toewijding van profeten en priesters aan de wet, aan de onderwijzing van de levende God. In de crisis die dan ontstaat, zoekt de profeet Elia een uitweg. Hij vlucht omdat de instituties hem naar het leven staan. Hij heeft een staaltje van toewijding laten zien toen hij een avondoffer bracht en het volk bij zich riep om getuige te zijn van wat persoonlijk vertrouwen in God vermag. Zijn offergaven werden door God aanvaard, terwijl de offergaven van de priesterkaste die tot instituut was geworden, onaangeroerd bleven. In zijn crisis en depressie vraagt Elia zich af waar de Heer te vinden is. Hij herontdekt Hem in de stem die klinkt in de stilte, in zijn geweten, in zijn eigen toewijding, zijn ja-woord dat hij ooit had gesproken tot God. In zijn persoonlijke trouw vindt hij opnieuw de inspiratie om zijn opdracht weer op te pakken.
De leerlingen ontdekken dat zij verwijderd zijn van Jezus en de golven en de storm zijn hun te hoog en te hevig. Ze schreeuwen het uit van angst. Die angst verhindert hun ook om Hem te herkennen als Hij nadert. Net als Elia worden zij omringd door duistere krachten, zoals ook in onze tijd duistere krachten de toekomst van de mensheid bedreigen: oorlog, klimaat, ziekte, honger en dood. U kent het rijtje. Soms komt dat heel dichtbij in je eigen leven, of het zijn de berichten over de wereld die ons kunnen verontrusten. Die paniek en stress zullen ons niet verder helpen.
Het naderbij komen van Jezus onthult zijn identiteit. In het Eerste Testament wordt vertelt dat God heer en meester is over de wateren en zich over het water naar zijn volk begeeft. In Jezus is de Heer aanwezig. Jezus zegt het uitdrukkelijk met de woorden ‘Ik ben er’, zoals God ooit tot Mozes heeft gezegd en zoals Elia ontdekt in de opening van de grot. Die aanwezigheid van God in Jezus verbindt ons met de bron van leven. Niets kan dat leven dat immers van God zelf is, vernietigen. Ook wijzelf die uit Gd geboren zijn, kunnen niet vernietigd worden. Onze toekomst is in Hem.
Dat gelovige vertrouwen kunnen we delen met mensen om ons heen. Dat gelovige vertrouwen kunnen we gebruiken om manieren te vinden om met problemen om te gaan en waar mogelijk oplossingen te ontwikkelen en uit te werken. Dat kan slechts succesvol gebeuren, als we vervuld zijn van het besef dat Hij met ons is en dat wij altijd in zijn aanwezigheid bestaan. Dat geeft de wereld als Gods schepping en de mensheid als uit Gods Liefde geboren perspectief.
Ons leven wordt niet bedreigd door spoken. Ons leven wordt niet bedreigd door stormen en aardbevingen. Pas als we ons daadwerkelijk uitleveren aan chaos en duisternis, zijn we verloren. Zolang we zijn aanwezigheid met ons mee blijven dragen, zal er kracht ten leven zijn. Moge dat ons inspireren en mogen we elkaar daartoe inspireren. Amen