LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 16 juli 2023, vijftiende zondag door het jaar

Lezingen
Jesaja 55, 10-11
Psalm 65
Romeinen 8, 18-23
Mattheüs 13, 1-23

Welkom deze ochtend
De beelden die de Schriften ons vandaag voorhouden, vertellen ons van ongelooflijke vruchtbaarheid. Niet alles lukt, niet overal zijn vruchten te zien. Maar waar Gods woord werkelijk wortel schiet, groeit een nieuwe wereld. Die hoop vieren wij in deze eucharistie. We mogen ons als bevoorrecht beschouwen omdat we net als de apostelen de parabel van de zaaier én de uitleg horen. Worden wij zo allen geroepen om zelf ook zaaier te worden? Durven wij met hetzelfde vertrouwen te zaaien als de zaaier uit de parabel? De zaaier lijkt onverantwoord vrijgevig tot aan het onzorgvuldige toe. Het zaaien zelf is belangrijker dan het bewerken van de grond. De zaaier gelooft meer in de kracht van het zaad dan dat Hij zich laat weerhouden door mogelijke obstakels. Laten wij ons vandaag als vruchtbare grond openstellen voor wat de Heer ons geeft en onze eigen weerstanden en obstakels uit de weg ruimen. Laten we ons openen voor Gods aanwezigheid en voor zijn Woord dat bij ons gezaaid wordt.

Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
Jezus schept afstand. Hij zit in een boot en de mensen staan aan de oever. Alsof er sprake is van twee werelden: de wereld van Jezus die spreekt van het Koninkrijk en de wereld van de mensen die hun gewone alledaagse leven leiden. Jezus spreekt van een wereld waar Gods woord beluisterd wordt en vruchten draagt. Hij herinnert aan het beeld van Jesaja waar de regen de aarde vruchtbaar maakt, zoals we in de eerste lezing gehoord hebben. De andere wereld is die van het realisme: van het maken van berekeningen en doelstellingen, van protocollen en afspraken die ons handelen effectiever moeten maken. Maar Jezus spreekt van een vrijgevige, overvloedige zaaier die zich daar niet mee bezig houdt.

Jezus gebruikt de boot als preekstoel. Herinnert die niet aan de ark van Noach, Gods reddingsboot die kans geeft om een nieuw begin te maken? Misschien werkt deze boot voor ons wel als een springplank om de overstap naar die nieuwe wereld te maken. De afstand die Jezus schept, is niet bedoeld als barrière maar als uitdaging: durf je de overstap te maken naar het leven volgens het Koninkrijk of blijf je aan de kant staan? Wie oren heeft om te horen, hij luistere! Luister je wel? Laat je het verhaal tot je doordringen? Brengt dit luisteren jou in beweging? Versterkt dit luisteren het verlangen naar dit Woord dat door Jezus gezaaid wordt? Besef je dat Hij spreekt over jouw innerlijke gronden? Heb je je eigen gronden voldoende in beeld? Weet je wat voor jouzelf wel vruchten draagt en wat niet? Ken je jezelf wel voldoende?

De afstand tussen de twee werelden die Jezus aanbrengt, zien we terug in de scheiding die Hij maakt in zijn publiek: de menigte hoort alleen de parabel en kan zich afvragen wat de luisteraars er mee moeten. En dat is wel pijnlijk: tot welke groep behoor je eigenlijk?

De parabel roept vragen op. We zien een onverstandige, misschien zelfs ondeskundige zaaier die overal zijn zaaigoed laat vallen. Kan hij niet wat beter opletten? Hij kent toch de grond en weet toch dat niet overal het zaad de kans krijgt op te schieten. We moeten beseffen dat het landschap waar Jezus leefde minder scherp was ingedeeld dan ons aangeharkte Nederland, waar hekken en sloten de verschillende percelen verdelen. Het is niet altijd te voorspellen waar de distels gaan groeien en het onkruid, of waar de aarde dunner en armer blijkt te zijn dan verwacht. Wegen waren onverhard en daar kon toch van alles groeien. We moeten onze categorieën en denkpatronen even loslaten en ons verplaatsen in het landschap van de zaaier.

Er zijn in de menigte vast ook mensen die verstaan dat Jezus over hen spreekt. Gaan deze mensen ook op zoek naar de vruchtbare grond in zichzelf? Worden zij bemoedigd of voelen zij zich als onvruchtbare grond afgeschreven en als niet-leerlingen afgewezen en buitengesloten?

De leerlingen zijn de uitverkorenen die wel de uitleg horen: voor hen is dit wezenlijk omdat zij de opdracht krijgen het voorbeeld van de zaaier te volgen en meer te vertrouwen op de kracht van het zaaigoed en te berekenen waar zij wel en niet gaan zaaien. De uitleg van Jezus is niet vrijblijvend, maar een opdracht om ruimhartig te zaaien zoals de zaaier en niet zoals de schriftgeleerden en farizeeën die het Woord reserveren voor de uitverkorenen.

Hoe beschouwen wij onszelf: als buitenstaanders of als ingewijden? In een gespreksgroep waar we onlangs deze tekst bespraken, hoorde ik – meer dan ik verwacht had – deelnemers zeggen dat zij zich als buitenstaanders zien, als staande in de menigte, als eenvoudige luisteraars naar een mooie boodschap. Maar zelf zaaier zijn? We ontdekten dat er door ons zelf meer gezaaid werd en dat we zelf naast dorre grond ook wel degelijk vruchtbare grond in onszelf mogen herkennen. Als we nu eens met hetzelfde vertrouwen naar onszelf kijken als de zaaier naar de grond kijkt? Zouden we dan ook meer vruchten van Gods Woord toelaten? Zou ons dat kunnen helpen om daarvan weer uit te delen en te zaaien?

Paulus blijft niet stilstaan bij de dorre grond, maar hij ziet de nieuwe wereld al komen. Dat is een boodschap van hoop, zoals de zaaier meer gericht is op de overvloedige oogst dan op het verloren zaad. Kun wij die hoop ook delen? Durven we te spreken van het goede dat Gods Woord aan ons gegeven heeft? Durven we spreken over de verhalen die ons raken en inspireren? Kunnen we zo de brug te slaan tussen de wereld van Gods Koninkrijk en ons eigen bestaan? Daar ligt de uitdaging waar we voor staan. Laten de Geest van God bidden om ons op die weg te inspireren. Amen