Verkondiging 23 april 2023, derde zondag van Pasen
Lezingen
Handelingen 2, 14.22-32
Psalm 16
1 Petrus 1, 17-21
Lucas 24, 13-35
Welkom bij deze gedachtenisviering
Het beroemde verhaal van de Emmaüsgangers dat we vandaag horen, vertelt van een ervaring die uniek is en tegelijk herkenbaar. Het zijn leerlingen die zich de gebeurtenissen met elkaar herinneren. Hun hoge verwachtingen van Jezus van Nazareth zijn uiteengespat op het kruis van Goede Vrijdag, een dag die ze op dat moment nog zeker niet als een Goede Vrijdag zullen kunnen benoemen. Ze houden elkaar vast, maar ze hebben Jezus losgelaten. Onderweg in het gesprek met de vreemdeling, komt er een aanwezigheid in hun leven die hun leven verandert.
Wat is de rode draad in ons leven? Is ons leven een aaneenschakeling van losse gebeurtenissen? Of voelen we ons gedragen? Beseffen we dat we geleid worden? Laten we die vraag meenemen deze ochtend.
Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
De paasverhalen laten zien dat de leerlingen allemaal hun eigen ervaringen hebben van de levende, verrezen Heer Jezus. Petrus en Johannes gaan zien en geloven bij het lege graf met de doeken opgerold in een hoek. Maria Magdalena hoort en herkent de stem van Jezus en draait zich in geloof naar Hem toe. De verzamelde leerlingen op de eerste dag van de week herkennen Hem bij het woord ‘vrede’. De apostel Thomas wil getuige zijn van de wonden die herinneren aan het lijden van het kruis: geen Pasen zonder Goede Vrijdag. Pas als de Heer zich toont met de tekens van het lijden, kan de verrijzenis geloofwaardig zijn.
Vandaag een ander verhaal, dat overbekend is: de ontmoeting van de Emmaüsgangers met de verrezen Heer Jezus. Daarmee lopen we het risico dat we het verhaal zelf niet meer lezen. Bij mijn herlezing gisteren viel me een detail op dat ik nog niet eerder had ontdekt. Ik koos voor een andere vertaling dan de bekende van vanmorgen. In een vertaling wat preciezer dan de vertaling van zojuist, staat tot twee keer toe: “en het geschiedde”. Het geeft twee sleutelmomenten aan van het verhaal die ons ook kunnen helpen in ons eigen proces van geloven. De twee wandelaars komen Jezus tegen, maar ze hebben nog geen idee wat hun overkomt. Ik vertel dit dat regelmatig aan mensen die me vertellen dat ze niet echt gelovig zijn, of soms zelfs dat ze niet kunnen geloven. Er is meer in je leven aan het werk dan je zelf beseft. De vraag is dan: is dat een basis voor geloof?
Wat gebeurt er eigenlijk met de twee leerlingen die onderweg zijn van Jeruzalem naar Emmaüs? De twee leerlingen willen hun teleurstelling en trauma achter zich laten. Klopas en zijn metgezel vluchten weg van de stad, ze ontvluchten het verdriet. Stel je even voor dat je zelf de metgezel bent van Klopas. Je loopt met hem mee en praat over allerlei nare dingen in de wereld, nare dingen in je leven.
En het geschiedde dat Jezus op je af kwam toen je aan het praten was over je verdriet en je teleurstellingen, maar je was zo bevangen dat je Hem niet herkende. Er is immers geen plaats voor Hem. Mensen kunnen nog zo bezig zijn met zichzelf en hun trauma, dat er geen ruimte is voor vernieuwing. Wat zal wel vernieuwing kunnen brengen in het leven? De twee leerlingen die ronddraaien in de vicieuze cirkel van hun eigen verdriet, kunnen elkaar ook niet helpen. Jezus neemt hen mee op de wandeling, maar dat gaat heel voorzichtig en heel subtiel. De wandeling met hun frustratie en verdriet en teleurstellingen, wordt omgevormd tot een wandeling door de Schriften: door Mozes en de profeten. U weet: die twee staan voor het Eerste Testament, de Joodse Bijbel. Jezus heeft altijd binnen dat kader geleefd, gesproken en gehandeld. Hij was de lichamelijke verwerkelijking van de oude verhalen en wijsheden. Gods wijsheid heeft in Jezus een gezicht gekregen. De leerlingen hebben het nodig dat zij de link leggen tussen Jezus en het Eerste Testament. Wat de twee leerlingen is overkomen is, heeft betekenis: niet de dood heeft het laatste woord, niet de frustratie en de boosheid, maar er is nieuw leven mogelijk: want zoals later blijkt: hun hart staat in vuur en vlam, ze raken weer bezield.
En toen geschiedde het dat het Brood werd genomen, het dankgebed werd gezegd en het brood werd gebroken en uitgedeeld. Weer een sleutelmoment waarin God zijn aanwezigheid openbaart. Je zit met Klopas aan tafel en je hebt ruimte gemaakt voor deze onbekende gast: “blijf bij ons”. Er komt ruimte voor wat Hij te vertellen heeft. We willen de onbekende die vriend geworden is, niet meer laten gaan.
Wij komen hier in de eucharistie en zeggen tegen de verrezen Heer: blijf bij ons. Hij reikt ons het brood aan en gaat met ons mee. Hij is voedsel voor onderweg. Hij gaat mee op bedevaart naar Lourdes. Hij gaat met je mee naar je huis, naar je werk, naar je moeilijkheden en je vreugdes. Veeleisend is Hij niet: zijn vraag is simpelweg: “maak ruimte in je dagelijkse bestaan voor mijn woorden en mijn aanwezigheid.” Kijk naar je leven en luister naar wat er in je leven gebeurt. En laat het geschieden dat ook jouw leven vervuld raakt van zijn Geest en dat je hart weer in vuur en vlam staat, zoals bij de Emmausgangers.
Weet je verbonden met de levende Christus: hij trekt met je mee door het leven, ook als je je daar niet steeds van bewust bent. God is dichterbij dan je denkt. Dat zeg ik tegen de mensen die maar moeilijk kunnen geloven in de woorden van Psalm 139: Hij die je geschapen heeft, kent je in je diepste innerlijk. Dat mag rust en vertrouwen geven: Hoe je weg ook gaat, hij zal je niet loslaten, niet in licht en niet in duisternis. Als de Emmaüsgangers beseffen dat God hen ook op die Goede Vrijdag niet verlaten heeft, nemen ze de weg weer naar Jeruzalem, de weg van geloof en vertrouwen. Laten we hen volgen op die weg. Amen