LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 21e zondag door het jaar, 24 augustus 2014

Lezingen
Jesaja 22, 19-23
Psalm 138
Romeinen 11, 33-36
Mattheüs 16, 13-20

Woord van welkom
Jezus wordt vandaag door Petrus op een nieuwe manier herkend. Veel mensen praten over Hem en veel mensen hebben hun eigen meningen. In onze tijd is dat niet anders. Voor Petrus is Jezus een openbaring van God, een teken dat God de mensheid niet heeft verlaten.

Nog steeds is dat de kern van ons geloof, dat God de wereld en de mensheid, zijn schepping, niet heeft verlaten. Nog steeds mogen wij rekenen op zijn koninkrijk dat mensen in hun hart kan raken en tot nieuw leven kan brengen, een koninkrijk dat wij in gebed en dienstbaarheid willen uitdragen.

Toch hebben we het idee dat dit koninkrijk uitblijft en onzichtbaar is. De belijdenis van Petrus bemoedigt ons omdat ook in zijn tijd niet iedereen in Jezus de Zoon van God herkende. Petrus wel. Hij ziet Gods nabijheid en Gods liefde in Jezus.

Wij mogen in de lezing van de Schrift en het vieren van de sacramenten Jezus nabij weten, midden onder ons. Dat koninkrijk vieren we opnieuw vandaag in deze eucharistie. Vragen we God om vergeving voor die keren dat we niet leefden vanuit het vertrouwen op Gods trouw aan zijn schepping.

Homilie
Vrienden spreken de waarheid met elkaar. Ze durven deze waarheid soms beter te zeggen dan familieleden dat aankunnen. Vrienden kennen elkaars keuzes en uitgangspunten, zij kennen elkaars krachten en beperkingen. Vriendschap is bestand tegen stormen en onenigheden. Op die manier kunnen vrienden elkaar scherp houden en er voor zorgen dat ze trouw blijven aan hun uitgangspunten.

Het gesprek tussen Jezus en Petrus gebeurt op een keerpunt in het leven van Jezus. Jezus beseft dat zijn roeping nog niet voltooid is. Het is niet voldoende om een goede leraar te zijn en wonderen te verrichten en mensen in hun geloof te sterken. Er is meer voor nodig om de mensheid te bevrijden van het kwaad dat steeds weer de kop op steekt. Jezus is niet alleen maar een vriendelijke profeet die mensen wil helpen. Hij is de Zoon van God die in de wereld gekomen is om het kwaad dat de mensheid in zijn greep houdt, definitief te verslaan. En daar is meer voor nodig dan prediking!

Jezus staat voor de keuze om eventueel naar Jeruzalem te gaan. Op die drempel vraagt Hij zijn leerlingen, die ook zijn beste vrienden zijn geworden, naar zijn eigen identiteit: “Wie zeggen de mensen dat Ik ben? Wie zeggen jullie dat Ik ben?” Met het antwoord van de leerlingen, met de belijdenis van Petrus, durft Jezus het aan om die weg naar Jeruzalem in te slaan. Als u het verhaal een beetje kent, weet u hoe Petrus op dat voornemen reageert: hij wijst het af. Petrus vindt het een onzalig idee. Maar Jezus weet dat de consequentie van deze belijdenis is dat Hij naar Jeruzalem moet gaan. De strijd tegen het kwaad dat mensen in zijn greep houdt, moet tot het einde toe gevoerd worden. Ieder wordt geroepen zijn/haar bijdrage daarin te leveren, klein of groot.

Het kwaad dat mensen in zijn greep houdt, lijkt alom tegenwoordig en het heeft in Jezus’ tijd zelfs de tempel bereikt: veel tempeldienaren en schriftgeleerden lijken het spoor bijster te zijn en spreken meer van regels en voorschriften dan over datgene waar het hart eigenlijk vol van zou moeten zijn: de liefde tot God en de naaste.

Niet dat dit nieuw is: de profeet Jesaja constateert dit ook en profeteert in naam van God dat God een nieuwe overste van de tempel zal zenden, een die zijn opdracht waar zal maken. Met deze woorden van Jesaja in zijn achterhoofd beseft Jezus dat hij deze nieuwe overste van de tempel moet worden. Hij beseft dat dit niet zomaar een glorieuze intrede zal zijn, maar een pijnlijke strijd. De taak die Petrus in dit kader krijgt is die van de sleuteldrager. Hij is de apostel die het gemakkelijkst te herkennen is: hij draagt twee sleutels. Ook mensen die veraf zijn komen te staan van het geloof en de kerk herinneren zich vaak nog wel de verhalen over die apostel die ons bij de hemelpoort zal opwachten om ons – naar wij allen hopen – open te doen.

Maar de sleutelmacht die aan Petrus is geschonken is minder romantisch dan we denken. Deze sleutelmacht staat in het teken van de strijd die Jezus om zich heen ziet: een strijd om het geluk van de mens, een strijd om de toekomst van de mens. Petrus krijgt een sleutel tot het koninkrijk in handen. Dat betekent dat juist Petrus, die soms zo wankelmoedig kan zijn, maar anderzijds overloopt van liefde en toewijding voor Jezus, heel goed de worsteling van mensen kent, die met het kwaad geconfronteerd worden.

Petrus heeft regelmatig zijn keuzes moeten bijstellen. Na het sterven van Jezus die hij verloochend heeft, moet hij opnieuw kiezen om leerling te zijn. Hij krijgt van Jezus wel de kans, maar hij beseft welke teleurstelling hij altijd met zich mee zal dragen.

Zo staan ook wij steeds weer opnieuw voor de keuze om leerling te zijn. Veel mensen in onze tijd durven het niet aan: zij hebben God en kerk afgewezen. Daar kunnen allerlei reden een rol spelen, sommige serieus, andere erg zwak. Maar zij hebben de sleutel weggegooid om hun leven een nieuwe wending te geven. Zij geven zich niet meer een nieuwe kans om de weg te gaan van de liefde die alle begrip te boven gaat, de liefde die een geschenk van Gods heilige Geest is, een liefde die mensen tot grote hoogten kan brengen. Wie zich laat meenemen door het geweld van onze tijd en onze samenleving, laat zijn hart verharden door de vooroordelen tegen mensen, tegen geloof.

Tegen die verharding streed Jezus tot op het kruis toen Hij zijn beulen vergiffenis schonk. Jezus wist die sleutel van liefde en vergeving te hanteren. En die sleutel geeft Hij nu Petrus in handen om daarmee een voorbeeld van ons allen te zijn. Kunnen wij die sleutels van liefde en vergeving hanteren, misschien wel tegen beter weten in? Beseffen we dat dit de sleutels zijn die de deur naar het Koninkrijk kunnen openen? Van de vermoorde journalist James Foley zijn teksten gepubliceerd over de kracht die hij vond in het gebed en in de rozenkrans. Ze wijzen een uitweg uit de wereld van haat. Niet dat daarmee alle haat en geweld zullen verdwijnen, maar er is een ander antwoord mogelijk.

Jezus is ons voorgegaan op die weg en Petrus is Hem als een van de eersten op die weg gevolgd. Moge het ook ons gegeven zijn om die sleutels te hanteren en de weg naar het koninkrijk te banen als leerlingen van het evangelie van Jezus Christus.

Amen.