Verkondiging hoogfeest van Sacramentsdag 22 juni 2014
Lezingen
Deuteronomium 8, 2-3.14b-16a
Psalm 147
1 Korinthiërs 10, 16-17
Johannes 6, 51-58
Woord van welkom
Vandaag vieren we Sacramentsdag. We vieren de kracht van het sacrament van de eucharistie. God wil bij ons zijn, Hij wil zelfs ons voedsel zijn. We mogen zijn sacramentele aanwezigheid vieren omdat Hij een verbond met ons heeft gesloten dat Hij met het Bloed van Christus bezegeld heeft. Het is geen vrijblijvende aangelegenheid, maar een levensverbond. Christus gaf zijn leven opdat wij leven zouden bezitten en niet alleen voor vandaag en morgen, maar het eeuwige leven, het volle en ware leven. We danken God voor zijn geschenk. Dit jaar is het 750 jaar geleden dat dit feest als hoogfeest voor de gehele kerk werd ingesteld, dankzij de heilige Juliana uit Luik, afgebeeld in onze kerk, en paus Urbanus.
Laten wij in ons leven altijd ruimte maken voor Gods aanwezigheid en de eucharistie vieren met grote trouw. Dan zal Gods liefde ons deel zijn om daarvan aan de wereld uit te delen. Vragen we God om vergeving voor die keren dat we niet vanuit ons doopsel leefden.
Homilie
Met brood en spelen hielden de Romeinse keizers hun bevolking te vriend. Het volk moest gevoed worden en dat was de taak van de keizer. Kosten noch moeite werden gespaard om de mensen naast voedsel afleiding te bieden. Soms was deze afleiding een goede manier om mensen troost en rust te bieden, maar soms leidde dit tot verzet en opstanden. Het putte de schatkist soms met dramatische gevolgen uit.
Het toernooi in Brazilië lijkt in sommige opzichten op hetzelfde fenomeen. Op zich houden veel mensen van dit voetbalspelletje op hoog niveau en daar is niets mis mee. Er zit een sportief element in de ontmoeting van volkeren op deze competitieve manier waarbij wel winnaars en verliezers zijn, maar geen slachtoffers en waarbij de onderlinge verstandhouding broederlijk blijft. Op die manier gespeeld kan het toernooi een belangrijke bijdrage leveren aan de versterking van goede en vredelievende verhoudingen tussen de volkeren. Er kan sprake zijn van een gezond nationalisme dat ook weer gerelativeerd kan worden. Het is per slot van rekening maar een spelletje. Op die manier beschouwd, kan dit een aangenaam en zelfs nuttig tijdverdrijf zijn. Op de achtergrond spelen echter allerlei verstorende elementen een rol: de ongelooflijke hoeveelheid geld die hiermee gemoeid is, en de sociale gevolgen voor de mensen die in de sloppenwijken wonen en waarschijnlijk alleen het gejuich in de stadions horen zonder dat ze naar binnen kunnen. Mensen die hun huis hebben moeten verlaten vanwege de bouw van stadions en aanverwante gebouwen. Het is maar de vraag of de menselijke waardigheid ermee gediend is en dat is in de sociale leer van de kerk altijd het cruciale criterium om te beoordelen of een activiteit van mensen passend en rechtvaardig is. Sport kan een goede bijdrage leveren aan deze menswaardigheid, maar dat gaat niet automatisch. Waakzaamheid is ook hier geboden.
Vandaag bezint de kerk zich op wat werkelijk haar voedsel is dat zij wil delen met de gehele mensheid. Het brood dat de kerk biedt, draagt het mysterie van het Leven in zich. Het is eenvoudig brood dat van alle dikdoenerij en overdaad ontdaan is. Het is teken van de eenvoud van het leven van Christus zelf die als Dienaar in deze wereld gekomen is.
Hij heeft zich ontdaan van zijn goddelijke majesteit om de mensen nabij te zijn en ons bestaan te delen. Hij heeft het bestaan van een slaaf op zich genomen en heeft zelfs de dood ondergaan. “Ontlediging” noemt Paulus dit. Dit geheim van het leven wordt gegeven met Christus zelf die ons God de Vader doet ontmoeten. Dit is het fundamentele sacrament dat de kerk ons schenkt: dat we God mogen ontmoeten en dat God zich toont in een gedaante die we kunnen herkennen en verstaan, in Brood dat voedsel is.
De viering van de eucharistie is dankbaarheid bij de herinnering aan het lijden van Christus. De viering van de eucharistie houdt het besef in van de kwetsbaarheid en de sterfelijkheid van de mens. Christus heeft dit overduidelijk getoond in zijn eigen lijden en sterven. We zien het lijden dagelijks om ons heen in een record aantal vluchtelingen (50 miljoen), in onafzienbaar geweld dat steeds de kop opsteekt. We zien het in het verborgen lijden van mensen die in eenzaamheid en verlatenheid van onze eigen Westerse samenlevingen leven en ziek zijn en sterven. Een toch blijft God ons in dit lijden nabij. “Waarom lost God het niet op?” vragen veel mensen. Het is juist in onze handen gelegd om de wereld te genezen, het is aan ons om de wereld te voeden met gerechtigheid en menselijke waardigheid.
In de eucharistie wil Christus ons gevoeliger maken voor dat lijden, zonder dat dit gepaard gaat met wanhoop of cynisme. We wenden onze ogen niet af van het lijden in de wereld. Integendeel, de eucharistie herinnert ons aan de opdracht om in de voetsporen te treden van Christus, die de weg van de totale dienstbaarheid gegaan is en zo mensen tot voedsel geworden is. Kunnen wij elkaar tot voedsel zijn? Kunnen wij die dienstbaarheid waar maken? Brood en spelen leiden ons niet af van die opdracht, maar we beseffen des te meer dat het Sacrament van Christus het werkelijke voedsel is voor ons en voor alle mensen, voedsel dat eeuwig leven schenkt. Mogen wij dienstbaar zijn aan dat voedsel van Gods eeuwige en alles en allen omvattende Liefde.
Amen.