Verkondiging vijfde zondag van Pasen, 18 mei 2014
Lezingen
Handelingen 6, 1-7
Psalm 33
1 Petrus 2, 4-9
Johannes 14, 1-12
Woord van welkom
Welkom in deze viering. Jezus wil ons troosten als we denken dat er niet voldoende ruimte is. God geeft ruimte. Hij geeft ons ook de opdracht elkaar die ruimte te bieden. In deze ruimte voelt de mens zich niet verloren of eenzaam, maar zich gedragen en geliefd door God die de liefde zelf is. Jezus heeft die liefde van God in de wereld zichtbaar en tastbaar gemaakt en vandaag zegt Hij tegen zijn leerlingen, op de laatste avond van zijn leven, dat Hij hen gaat verlaten. Hoe kan het leven dan verder gaan, als Hij er niet meer is? Hoe de leerlingen daarop antwoorden lezen we in de eerste twee lezingen: zij bouwen aan een kerkgemeenschap waar die aanwezigheid voortleeft.
Wij maken deel uit van die gemeenschap die Gods liefde in deze wereld tegenwoordig stelt. Voor de keren dat we dat niet waarmaakten en ons doopsel vergaten, vragen we God om vergeving.
Homilie
De avond met de leerlingen is onrustig. Waren zij wel op zoiets voorbereid? Een mooie pesachmaaltijd wordt een afscheidsmaaltijd. Wat een herinnering aan een bevrijdend gebeuren was: de bevrijding uit het land van de slavernij, uit Egypte, wordt een aankondiging van lijden en dood. Jezus zegt dat Hij zijn leerlingen gaat verlaten. De leerlingen raken natuurlijk in verwarring omdat zij zich niet kunnen voorstellen zonder Hem te moeten leven. “Tot wie zouden wij anders gaan?” roept Petrus elders uit.
Toch is deze afscheidsreden niet zonder perspectief, zonder hoop. God geeft ruimte voor een nieuw begin. Jezus zal hen verlaten, maar Hij laat hen niet alleen. De leerlingen moeten dat gaandeweg ontdekken, zoals ook wij moeten ontdekken dat ons leven niet leeg is, maar gevuld met geloof, hoop en liefde. Dat is onze levensopdracht: ons bestaan vullen met de liefde: met naastenliefde en dus met Gods liefde.
In de eerste lezing horen we hoe de leerlingen hun angst hebben overwonnen en zonder de vroegere aanwezigheid van Jezus hun beslissingen nemen en bouwen aan de kerkgemeenschap. De diakens worden gewijd: er worden mensen met speciale taken in de kerkgemeenschap belast. De apostelen blijven bezig met het gebed en de verkondiging van het evangelie. De andere taken worden door anderen overgenomen.
In de Petrusbrief wordt duidelijk gemaakt dat het gebouw van de kerkgemeenschap altijd gevestigd is op de kostbare hoeksteen die Christus is. In deze wereld zijn ook wij geroepen om te bouwen aan de kerkgemeenschap. De opdracht van de kerkgemeenschap is om Christus tegenwoordig te stellen, om de mensen te herinneren aan de eeuwige en alomvattende liefde van God: niemand wordt daarvan buitengesloten.
De wereld heeft dat nodig. De wereld is onrustig en mensen komen in beweging. Door oorlogen en conflicten verlaten velen hun huis. Talrijke vluchtelingen zijn onderweg. Miljoenen verlaten hun huis om elders voor zichzelf en hun kinderen een veilig heenkomen te zoeken. Een fractie van die vluchtelingen komt in Europa en vormt daar al een politiek probleem. Er wordt geschermd met cijfers en het menselijke drama wordt onderschat.
Hebben we als christenen daar een antwoord op? Kunnen wij ruimte maken voor hen die in nood zijn? We kunnen zelf ook niet simpelweg asielzoekers in ons huis opnemen. We zijn machteloos. We zien degelijks de beelden van de vluchtelingen en dan denken we nog niet eens aan degenen die het niet gered hebben en die verdronken zijn of gestorven van uitputting.
Jezus zelf is als een vreemdeling in deze wereld. Hij moet zich vaak zeer eenzaam gevoeld hebben. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden hem niet, zegt de evangelist Johannes. Het is een vraag van de leerlingen: wie is Hij, waar komt Hij vandaan? Deze eenzaamheid van Jezus staat tegenover de ruimte en de gastvrijheid van God zelf: in het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.
Laten wij als christenen en als kerk bouwen aan die gastvrije wereld en de ruimte van God beschouwen als een opdracht voor ons. Als wij ons verzamelen rond de tafel van Christus en gevoed worden door zijn aanwezigheid, houdt dat ook in dat wij de plicht hebben de wereld te voeden. Durven we dat wel? Met de verkiezingen voor Europa hebben we een mogelijkheid om een gebaar te maken. Ondanks alle kritiek die op Europa mogelijk is, blijft het een project van ruimte voor vrede, na een eeuw van verschrikkelijk geweld. De bisschoppen pleiten voor deelname aan de verkiezingen en wijzen op hetgeen er op het spel staat. Laten we onze verantwoordelijkheid nemen.
Amen