Verkondiging vierde zondag van Pasen, 11 mei 2014
Lezingen
Handelingen 2,14a.36-41
Psalm 23
1 Petrus 2, 20b-25
Johannes 10, 1-10
Woord van welkom
Welkom in deze viering van de goede Herder. Kennen we de Herder? Volgen we de Herder? Herkennen we zijn roepstem? Durven we het aan nieuwe stappen te zetten? De Herder is niet zozeer een verzamelaar van schapen, maar een wegwijzer die met ons meegaat. Als Christus ons roept en wij zijn stem volgen, kunnen we ons leven veranderen en vernieuwen. Het is eeuwig leven dat we dan krijgen.
Gisteren hadden we hoog bezoek in de pastorie: we ontvingen minister Timmermans en de Dalai Lama die samen met bisschop Woorts en andere geestelijke leiders spraken over het belang van godsdienst voor de samenleving. Het was een bijzonder moment om deze mensen bij elkaar te hebben: herders van verschillende kudden die een bijdrage willen leveren aan de menswaardigheid van de samenleving. Laten we ook trouw zijn aan onze eigen kudde en gestalte geven aan onze eigen roeping.
Voor al die keren dat we ons af wendden van de goede Herder en onze eigen weg wilden gaan, belijden we onze schuld.
Homilie
Petrus verwoordt de paradox van het evangelie, die voor veel mensen, ook voor de wereld van vandaag, zo moeilijk te begrijpen is: de gekruisigde Christus is teken van leven. Het lijden blijkt een weg te zijn die uiteindelijk bevrijdend is. Als Christenen kiezen we een weg van leven, maar dat is niet zomaar simpelweg een weg van glorie en heerlijkheid. Als Christenen belijden we dat Gods liefde zich in het lijden openbaart. Juist dan komt het erop aan vanuit je relatie met de eeuwige God te leven.
De goede Herder is niet vanuit den hoge door God aangesteld. De Herder Christus is het Lam dat geofferd werd en daardoor onze herder geworden is. Deze Herder, dit Lam leeft niet ten koste van de schapen en de kudde. Hij is niet de heerser die stilzwijgend gevolgd moet worden. Hij is de Herder die dienstbaar wil zijn, opdat wij allen elkaar dienstbaar zijn. Deze dienstbaarheid gaat zo ver als het Lam, dat zijn leven voor de schapen gegeven heeft.
Gisteren waren er in de pastorie vijf geestelijke leiders bij elkaar als herders van verschillende kudden. Naast de Dalai Lama en mgr Woorts namens de bisschoppen was ook de voorzitter van de synode van de PKN ds van den Broeke aanwezig en rabbijn Soetendorp. Ik realiseerde me hoezeer een herder dient te weten van het lijden van de schapen.
De Dalai Lama is een vluchteling die in ballingschap leeft en van daaruit voor zijn volk opkomt. Zijn pleidooi is drieledig: ruimte voor religieuze educatie om mensen het belang van godsdienst duidelijk te maken. Hij ziet de ontwikkeling van de westerse samenleving waar veel mensen het geloof achter zich laten en hij vindt dat een verlies aan richting en inhoud. Bovendien ziet hij bij veel gelovige mensen lauwheid en oppervlakkigheid. Hij pleit voor mensen met een heldere en krachtige overtuiging: dan kunnen zij pijlers zijn om de samenleving op te bouwen. Zonder die kracht kun je niet bouwen. Dan zakt de wereld in elkaar.
Bovendien pleit hij voor harmonie tussen de verschillende religies die juist hun vredelievende kanten moeten onderstrepen. Iedere religie kent hardliners die onverdraagzaam zijn en die niet in staat zijn tot dialoog en soms zelfs hun toevlucht nemen tot geweld, maar dat is geen juiste gelovige houding. De gemeenschappelijke waarden van de religies in naastenliefde en compassie zouden veel meer zichtbaar gemaakt moeten worden door de religieuze leiders en ook door de gelovigen zelf.
Ten derde vraagt hij steun om de Tibetaanse cultuur, taal en religie overeind te houden. Hij heeft gemerkt dat de oude Tibetaanse tradities door boeddhisten elders, zowel in een land als Japan, maar ook in China zelf, steeds meer gewaardeerd worden, omdat zij inhoud geven aan rituelen die niet iedereen meer begrijpt.
De Dalai Lama, leider van zijn volk, weet van het lijden van zijn mensen, zoals ook rabbijn Soetendorp dit als kind heeft ondervonden. Dat maakt mij bescheiden en voorzichtig: wat heb ik meegemaakt?
Wat voor de herder geldt, geldt ook voor de kudde. Wij houden ons niet afzijdig van het lijden van de wereld. Integendeel: wij voelen ons verantwoordelijk voor de wereld en de mensen van de samenleving. Zoals in het verleden religieuzen zich aan onderwijs en zorg gewijd hebben, zijn er de noden van onze tijd, die van christenen een waakzame houding vragen zowel in gebed als in handelen. Het is van wezenlijk belang dat we de Herder volgen die zelf zijn leven voor de wereld gegeven heeft. Daartoe zijn we gedoopt, daartoe zijn we christen, daartoe zijn we kerkgemeenschap. Het evangelie schetst dat er ook anderen zijn die minder goede bedoelingen hebben. Mensen die op eigen winst en aanzien uit zijn: dieven en rovers noemt Jezus hen, die niet de kudden verzamelen en de weg naar voedsel wijzen, maar hen uitbuiten en hen op het spoor van de dood zetten. Als leerlingen van Jezus hebben we de mensen juist een weg ten leven te bieden. Zoals Petrus zegt: het lijden dat wij zien of zelfs moeten ondergaan zal ons geen vrees inboezemen, zal ons niet weerhouden om te geloven en om in actie te komen. Integendeel.
Laten wij de Herder volgen die zelf zijn leven gegeven heeft. Moge Gods goede Geest van barmhartigheid ons inspireren om de juiste weg te zien die voor ons ligt, mogen wij zo onze roeping verstaan en de stem van de Herder kunnen volgen.
Amen