Verkondiging Paaswake, 19 april 2014
Lezingen
Genesis 1, 1 - 2,2
Exodus 14, 15- 15,1
Ezechiël 36, 16-28
Romeinen 6, 3-11
Mattheüs 28, 1-10
Welkom
In deze heilige nacht gaan we met Jezus over van de dood naar het leven. In deze nacht van waken en bidden wordt het licht getoond dat het geschenk van de Vader is. Het vuur dat op het kerkplein ontstoken en gezegend wordt, is een levende kracht in ons midden. Christus is van het Licht van de Vader vervuld en dit Licht verschijnt vandaag op nieuwe wijze voor ons. De Paaskaars die aan het vuur ontstoken wordt, draagt de tekens van het lijden van Christus. Het Licht van Christus is echter sterker dan de dood en dit licht baant ons een weg in het leven en schijnt vanavond in deze wake. In de schriftlezingen vernemen we hoe God ons met nieuw leven zegent. Volgen wij deze nacht het spoor van het licht van Christus.
Homilie
De wereld draait door. Voor ons is deze nacht de belangrijkste in het jaar waarin we stil staan bij de kern van ons geloven, het geheim van ons bestaan. Het lege graf vertelt van het leven van Christus. Het vertelt dat onze bestemming uiteindelijk niet het graf is, maar het leven bij God. We vieren dit met vuur en water, met doopsel, vormsel en eucharistie.
Maar de wereld draait door en heeft eigenlijk geen weet van het mysterie dat we hier vieren. Maar zonder dit mysterie zal de wereld doordraaien in de zin van verloren gaan. Als mensen geen visie meer hebben, als mensen geen geloof meer hebben, zal de wereld doldraaien en stuklopen. Met het teloor gaan van een overtuiging die haar wortels in het vertrouwen in een eeuwige God vindt, verliest de mens richting en doel. waarom zou je nog een droom en een verlangen naar een betere wereld hebben, als deze niet geïnspireerd wordt, als deze niet van Godswege beloofd wordt? Dan zal ook de mens zelf doordraaien en stuklopen.
De lezingen van deze nacht openbaren ons de diepere werkelijkheid van onze wereld en ons leven in verhalen van schepping, bevrijding en vernieuwing. Genesis, Exodus, Ezechiël, Jesaja: ze bevatten eeuwenoude boodschappen van God die de mens door de crises van het bestaan heen haalt en hem nieuw leven geeft.
Wat mogen we verwachten van de mens? De Bijbel zet hoog in: “de mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis.” Dat is een mooie gedachte, maar het is een nog grotere opdracht. Het is geen privilege dat ons boven de wereld van dieren en planten plaatst, het is een verantwoordelijkheid ten opzichte van de rest van de schepping en geeft ons de ruimte om keuzes te maken met het oog op het welzijn van de schepping, waar we zelf ook deel van uit maken.
De gelijkenis met God wordt vaak en gemakkelijk verduisterd. De mens die verlangt naar vrijheid denkt die vrijheid te vinden in de ruimte voor zichzelf en door zichzelf af te wenden van zijn oorsprong, van zijn Schepper. “Eindelijk mag ik zelf uitmaken wat ik doe,” zegt de moderne mens. Het is het ideaal van de autonome mens die aan niemand verantwoording verschuldigd is dan alleen aan zichzelf. Dat blijkt echter een eenzaam en leeg bestaan te zijn.
De gelijkenis met God verplicht tot handelen. Rabbijn Abraham Herschel zei het krachtig: de mens is geschapen naar Gods beeld, dat is niet een overeenkomst naar het zijn, maar naar het handelen. Het betekent de opdracht om in het voetspoor van God te handelen, namelijk: leven geven, in zijn naam vrede en gerechtigheid bewerken.
Christus is gekomen om dit ons voor te doen. Christus is de mens die Gods Woord ten volle realiseert. In de gave van zijn leven op het kruis, toont Hij ons zijn vertrouwen in het leven dat de Vader hem geschonken heeft. Dat vertrouwen wordt vannacht beantwoord in de opstanding.
Het doopsel dat we vannacht vieren en vernieuwen - en we zijn blij met zoveel volwassenen dopelingen en een vormeling – is de bevrijding uit de doorgedraaide wereld. Het doopsel herstelt de gelijkenis met God. Het doopsel maakt ons vrij van alle menselijke hulpmiddelen en noodverbanden die de mens soms nodig lijkt te hebben om het aardse bestaan “leuker” te maken. Alles moet immers “leuk” zijn en “amusement” bieden. Dieptepunt was dit jaar wel het aanbod van allerlei “leuke dingen” bij de verkiezingen om de mensen aan te zetten te gaan stemmen. De aanblik van rijen mensen voor stembureaus in andere landen zoals Afghanistan, gaf mij het schaamrood op de kaken denkend aan het lage opkomstpercentage in ons land. Zelfs als we het leuk maken, zien mensen er nog niet het nut van in om in beweging te komen om onze democratie inhoud te geven en te beschermen tegen populisme en oppervlakkigheid. Het is maar één voorbeeld uit een rij van vele. In het doopsel wordt de wereld zichtbaar die God geschapen heeft, hier wordt de bevrijding zichtbaar die God geschonken heeft. Beseffen we dat het doopsel ons anders maakt en onze plaats in de wereld fundamenteel heeft gewijzigd?
Het doopsel heeft ons gemaakt tot broeders en zusters, het heeft ons gemaakt tot behoeders van Gods belofte. Het heeft ons gemaakt tot bewerkers van gerechtigheid. “We geloven in meer” was de slogan enkele weken geleden in de nationale oecumenische viering in de Kloosterkerk waar ook de Katholieke kerk meedeed. Dat “meer” ligt besloten in het doopsel dat ons tot burgers van Gods koninkrijk maakt, tot profeten van het heil voor alle mensen van goede wil, tot arbeiders in de wijngaard des Heren. De wijngaard is de wereld, de oogst is de mensheid die snakt naar vrede en eerlijkheid, die snakt naar een visie en een overtuiging die werkelijk blijvende waarde heeft. Ieder van ons heeft daar een plek door te handelen, te bidden, te getuigen als gedoopten, als hoeders van het leven van Christus. De paascommunie die we vannacht ontvangen, is brood uit de hemel dat ons aan Christus gelijkvormig maakt. Christus die gestorven is, leeft. Wij spreken van Hem, wij leven uit Hem, en handelen in navolging van Hem.
Zalig Pasen!