LogoAdVanDerHelm

kaarsjes

Verkondiging 7 mei 2023, vijfde zondag van Pasen

Lezingen
Handelingen 6, 1-7
Psalm 33
1 Petrus 2, 4-9
Johannes 14, 1-12

Woord van welkom
Op deze paasdag horen we dat Jezus op de vooravond van zijn sterven spreekt van ruimte. Hij schept een ruimte waar al zijn leerlingen een plek kunnen vinden. Dat roept de vraag op hoe wij in onze eigen wereld en ons leven omgaan met de ruimte. Welke ruimte scheppen we voor elkaar?

In de ruimte van onze wereld en onze geschiedenis zien we veel conflicten, geweld en oorlog. Kunnen wij daar als gelovige gemeenschap iets tegenover zetten? De afgelopen week was er een grote groep parochianen met de pastores op bedevaart naar Lourdes. Velen van u hebben dat gevolgd via de sociale media. De jongeren hebben de berichten gemaakt die op de kanalen van de parochie te volgen waren. Lourdes is een ruimte die volgens de instructie van Bernadette is gecreëerd omdat zij een opdracht tot gebed, bezinning en bekering heeft verstaan. Voor haar was het een bericht dat zij van de dame heeft ontvangen. De kerk heeft in haar Maria herkend die de boodschap van haar Zoon naar de wereld bracht. In die ruimte van Lourdes komen wekelijks tienduizenden bijeen, van alle naties, rassen en talen. Een kleurrijk en talrijk geheel. Een kostbare plek die een teken kan zijn voor de wereld. Laten we ons bezinnen op de opdracht van Jezus om een ruimte van liefde te scheppen in onze wereld.

Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
Na Pasen is er een nieuwe periode van het evangelie aangebroken. Na het sterven en verrijzen van Christus en zijn Hemelvaart, die we binnenkort vieren, valt er een stilte. De stilte van Pasen kan ook leiden tot een vacuüm en tot een verlamming van de groep leerlingen. We kennen de verhalen: de leerlingen sluiten zich op in de Bovenzaal, angstig voor de wereld, angstig omdat zij misschien wel de volgende slachtoffers van de Farizeeën en Romeinen zouden kunnen zijn. Stil zitten en je verborgen houden lijkt dan het devies. Dat betekent stilstand en verstarring, terwijl het evangelie tijdens het leven van Jezus juist beweging en dynamiek betekende. Het was Gods Woord dat zijn daden vergezelde en kracht gaf en tot wonderen verhief. Van Galilea tot Judea, van Nazareth en Kafarnaüm tot Bethanië en Jeruzalem: een beweging van Gods genade. God beweegt zich naar de mensen toe om hun zijn liefde en genade te schenken. Christus is het gezicht van Gods barmhartigheid, die zichtbaar gemaakt wordt door Jezus van Nazareth. Nu, in zijn laatste woorden tot de leerlingen, wijst Jezus op de dynamiek van de Weg, de Waarheid en het Leven. De boodschap van het evangelie is op de eerste plaats een manier van leven. Daar hoort stilvallen en verstarring niet bij. Het is de Geest van Pinksteren die straks die beweging en dynamiek weer op gang brengt. De leerlingen beginnen dan aan een tocht door de wereld waar zij het evangelie verkondigen tot het uiteinde der aarde.

Dat werd ook in Lourdes tot uitdrukking gebracht aan het einde van de lichtprocessie. Die vindt iedere avond plaats en is onderdeel van iedere bedevaart naar Lourdes. Meestal gaan de pelgrims eerst een avond kijken om de dag daarna deel te nemen met de kaarsen in de hand, biddend en zingend. De processie vult het plein voor de basiliek met mensen die met hun gebeden en intenties, met hun lasten en zorgen naar Lourdes zijn gekomen, met de intenties voor andere mensen uit hun omgeving. Wij hadden ook de intenties van de parochie met ons meegenomen die opgeschreven waren in het intentieboek dat de afgelopen maanden in de Mariakapel lag. Op dat plein wordt zo ruimte gemaakt voor wat er leeft in de harten van de mensen. En die grote menigte van tienduizenden samen is vervuld van vrede en harmonie. Mensen voelen zich er veilig en gedragen.

Aan het einde van de processie klinkt de boodschap die ontleend is aan de woorden van Bernadette die ze uitsprak toen ze al haar getuigenissen had afgelegd bij het onderzoek naar de verschijningen. Ze zei: “Nu heb ik mijn getuigenis afgelegd. Het is nu aan jullie om de boodschap uit te dragen.” Zo wordt aan de pelgrims in Lourdes diezelfde boodschap doorgegeven. Zij worden opgeroepen om de ervaring van de kracht van die boodschap te vertellen aan de mensen thuis, aan hun families en vrienden., hun collega’s en hun medestudenten. Ik vond dat zelf een ontroerende boodschap. We stonden daar als pastores samen voor de basiliek te kijken naar de duizenden pelgrims met hun kaarsen en hun gezang. Ik besefte goed dat deze ervaring van duizenden mensen samen met een boodschap van vrede en harmonie kostbaar is voor de wereld. Het is dus toch mogelijk voor de mensheid om in vrede met elkaar te leven. We zijn geroepen die boodschap verder te verspreiden. Dat is de paasboodschap: dat mensen in staat zijn om geweld en haat en oorlog te overwinnen en ruimte te scheppen voor vrede. In Lourdes wordt dat zichtbaar gemaakt.

Dat klonk ook in de toespraak van Rabbijn Soetendorp, die ik beluisterde afgelopen donderdag op 4 mei: er staan telkens opnieuw mensen op die de handen ineen slaan, mensen, die bondgenootschappen sluiten, die initiatieven nemen van hulpvaardigheid en van verzoening. Dat zijn tekens van hoop die we niet moeten vergeten, sterker nog, die we moeten verspreiden. Dat is ook de betekenis van de zeven mannen die door handoplegging in het verhaal van de eerste lezing tot diaken worden aangesteld. De apostelen delen hun taken en geven deze taken door aan andere leden van de gemeenschap. De boodschap van het evangelie is namelijk niet gereserveerd voor een elite, maar voor de gehele gemeenschap. Ieder kan zijn/haar steentje bijdragen in de dynamiek van het evangelie.

Nu wij uitzien naar de komt van de Geest met Pinksteren, mogen wij ons allen geroepen weten om de dynamiek van Gods Woord vast te houden en in ons eigen leven te getuigen van het leven van Christus. Ik hoop dat dit niet alleen de bedevaartgangers betreft die uit Lourdes zijn thuisgekomen, maar al onze parochianen. Moge de Geest van de levende Christus ons daartoe inspireren. Amen

Verkondiging 23 april 2023, derde zondag van Pasen

Lezingen
Handelingen 2, 14.22-32
Psalm 16
1 Petrus 1, 17-21
Lucas 24, 13-35

Welkom bij deze gedachtenisviering
Het beroemde verhaal van de Emmaüsgangers dat we vandaag horen, vertelt van een ervaring die uniek is en tegelijk herkenbaar. Het zijn leerlingen die zich de gebeurtenissen met elkaar herinneren. Hun hoge verwachtingen van Jezus van Nazareth zijn uiteengespat op het kruis van Goede Vrijdag, een dag die ze op dat moment nog zeker niet als een Goede Vrijdag zullen kunnen benoemen. Ze houden elkaar vast, maar ze hebben Jezus losgelaten. Onderweg in het gesprek met de vreemdeling, komt er een aanwezigheid in hun leven die hun leven verandert.

Wat is de rode draad in ons leven? Is ons leven een aaneenschakeling van losse gebeurtenissen? Of voelen we ons gedragen? Beseffen we dat we geleid worden? Laten we die vraag meenemen deze ochtend.

Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
De paasverhalen laten zien dat de leerlingen allemaal hun eigen ervaringen hebben van de levende, verrezen Heer Jezus. Petrus en Johannes gaan zien en geloven bij het lege graf met de doeken opgerold in een hoek. Maria Magdalena hoort en herkent de stem van Jezus en draait zich in geloof naar Hem toe. De verzamelde leerlingen op de eerste dag van de week herkennen Hem bij het woord ‘vrede’. De apostel Thomas wil getuige zijn van de wonden die herinneren aan het lijden van het kruis: geen Pasen zonder Goede Vrijdag. Pas als de Heer zich toont met de tekens van het lijden, kan de verrijzenis geloofwaardig zijn.

Vandaag een ander verhaal, dat overbekend is: de ontmoeting van de Emmaüsgangers met de verrezen Heer Jezus. Daarmee lopen we het risico dat we het verhaal zelf niet meer lezen. Bij mijn herlezing gisteren viel me een detail op dat ik nog niet eerder had ontdekt. Ik koos voor een andere vertaling dan de bekende van vanmorgen. In een vertaling wat preciezer dan de vertaling van zojuist, staat tot twee keer toe: “en het geschiedde”. Het geeft twee sleutelmomenten aan van het verhaal die ons ook kunnen helpen in ons eigen proces van geloven. De twee wandelaars komen Jezus tegen, maar ze hebben nog geen idee wat hun overkomt. Ik vertel dit dat regelmatig aan mensen die me vertellen dat ze niet echt gelovig zijn, of soms zelfs dat ze niet kunnen geloven. Er is meer in je leven aan het werk dan je zelf beseft. De vraag is dan: is dat een basis voor geloof?

Wat gebeurt er eigenlijk met de twee leerlingen die onderweg zijn van Jeruzalem naar Emmaüs? De twee leerlingen willen hun teleurstelling en trauma achter zich laten. Klopas en zijn metgezel vluchten weg van de stad, ze ontvluchten het verdriet. Stel je even voor dat je zelf de metgezel bent van Klopas. Je loopt met hem mee en praat over allerlei nare dingen in de wereld, nare dingen in je leven.

En het geschiedde dat Jezus op je af kwam toen je aan het praten was over je verdriet en je teleurstellingen, maar je was zo bevangen dat je Hem niet herkende. Er is immers geen plaats voor Hem. Mensen kunnen nog zo bezig zijn met zichzelf en hun trauma, dat er geen ruimte is voor vernieuwing. Wat zal wel vernieuwing kunnen brengen in het leven? De twee leerlingen die ronddraaien in de vicieuze cirkel van hun eigen verdriet, kunnen elkaar ook niet helpen. Jezus neemt hen mee op de wandeling, maar dat gaat heel voorzichtig en heel subtiel. De wandeling met hun frustratie en verdriet en teleurstellingen, wordt omgevormd tot een wandeling door de Schriften: door Mozes en de profeten. U weet: die twee staan voor het Eerste Testament, de Joodse Bijbel. Jezus heeft altijd binnen dat kader geleefd, gesproken en gehandeld. Hij was de lichamelijke verwerkelijking van de oude verhalen en wijsheden. Gods wijsheid heeft in Jezus een gezicht gekregen. De leerlingen hebben het nodig dat zij de link leggen tussen Jezus en het Eerste Testament. Wat de twee leerlingen is overkomen is, heeft betekenis: niet de dood heeft het laatste woord, niet de frustratie en de boosheid, maar er is nieuw leven mogelijk: want zoals later blijkt: hun hart staat in vuur en vlam, ze raken weer bezield.

En toen geschiedde het dat het Brood werd genomen, het dankgebed werd gezegd en het brood werd gebroken en uitgedeeld. Weer een sleutelmoment waarin God zijn aanwezigheid openbaart. Je zit met Klopas aan tafel en je hebt ruimte gemaakt voor deze onbekende gast: “blijf bij ons”. Er komt ruimte voor wat Hij te vertellen heeft. We willen de onbekende die vriend geworden is, niet meer laten gaan.

Wij komen hier in de eucharistie en zeggen tegen de verrezen Heer: blijf bij ons. Hij reikt ons het brood aan en gaat met ons mee. Hij is voedsel voor onderweg. Hij gaat mee op bedevaart naar Lourdes. Hij gaat met je mee naar je huis, naar je werk, naar je moeilijkheden en je vreugdes. Veeleisend is Hij niet: zijn vraag is simpelweg: “maak ruimte in je dagelijkse bestaan voor mijn woorden en mijn aanwezigheid.” Kijk naar je leven en luister naar wat er in je leven gebeurt. En laat het geschieden dat ook jouw leven vervuld raakt van zijn Geest en dat je hart weer in vuur en vlam staat, zoals bij de Emmausgangers.

Weet je verbonden met de levende Christus: hij trekt met je mee door het leven, ook als je je daar niet steeds van bewust bent. God is dichterbij dan je denkt. Dat zeg ik tegen de mensen die maar moeilijk kunnen geloven in de woorden van Psalm 139: Hij die je geschapen heeft, kent je in je diepste innerlijk. Dat mag rust en vertrouwen geven: Hoe je weg ook gaat, hij zal je niet loslaten, niet in licht en niet in duisternis. Als de Emmaüsgangers beseffen dat God hen ook op die Goede Vrijdag niet verlaten heeft, nemen ze de weg weer naar Jeruzalem, de weg van geloof en vertrouwen. Laten we hen volgen op die weg. Amen

Verkondiging 16 april 2023, tweede zondag van Pasen

Lezingen
Handelingen 2, 42-47
Psalm 118
1 Petrus 1, 3-9
Johannes 20, 19-31

Woord van welkom, Pasen
Zingen is tweemaal bidden en gelukkig degene die ons helpt zingen. De afgelopen week is er veel gesproken over de liederen van Oosterhuis. Er zijn veel meningen over hem als persoon, maar feit is dat hij de kerkelijke gemeenschappen heeft leren zingen. Zijn liederen hebben velen van ons geholpen met zingend bidden over God, bevrijding en uittocht, van Goede Vrijdag en Pasen. Misschien zongen we wel mét God.

In sommige parochies en bisdommen worden zijn liederen geweerd, maar niet in onze parochie. Zingen verruimt het hart, en samen zingen versterkt de geloofsgemeenschap. Liederen kunnen sleets raken en routineus afgeraffeld, maar veel van zijn liederen blijven inspireren. Wie de kranten leest, kan vernemen hoe het geloof van mensen door het zingen van liederen versterkt is. Onze traditie van het katholieke lied is heel rijk en breed: van Latijn tot Nederlands, Taizé liederen en allerlei liederen uit de oude randstadbundel. Het favoriete lied van Oosterhuis zelf was het In paradisum. Blijkbaar was het Gregoriaans voor hem ook blijvend een inspiratie. Laten we beseffen hoe belangrijk zingen is voor ons geloven en laten we ook vandaag met liefde liederen zingen en beseffen dat de Heer ons zingen bezielt en hoort.

Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
De ontmoeting van Pasen lijkt in eerste instantie op een ontmoeting met een verhaal: de leerlingen vertellen aan Thomas wat ze hebben meegemaakt. Het is een verhaal uit de tweede hand. Dat verhaal wordt doorverteld tot op de dag van vandaag. Ieder evangelie is eigenlijk een Paasverhaal omdat het de Heer aanwezig stelt. In het evangelie spreekt de verrezen heer Jezus tot ons. Voor veel mensen - en misschien ook wel voor onszelf als we eerlijk zijn – is geloven niet meer dan dat: denken dat een verhaal waar is. Er zijn momenten van twijfel: kan het wel waar zijn?

Thomas herinnert ons aan het dilemma dat we allemaal als leerlingen van Pasen moeten beantwoorden. Hij staat voor de vraag: moet ik de andere leerlingen nu geloven of niet? Hij kiest aanvankelijk voor scepsis: de opstanding past niet in zijn denkraam, zoals die ook niet in het onze past. Hij kiest voor afwijzing van hun verhaal. Hij kiest voor wantrouwen in plaats van vertrouwen. Het is de meest gemakkelijke weg die ook voor onze tijd de meest verleidelijke is.

Het verhaal is daarmee niet ten einde. De sceptische mens heeft geen toekomst, ziet geen perspectief. Voor die mens is de aarde plat en zonder diepere betekenis. De sceptische mens heeft genoeg aan zichzelf, is rationeel. Hij kan wel streven naar rechtvaardigheid en vrede, maar dat verandert niet zijn innerlijk en beïnvloedt niet de relaties met de naaste. Die houding past Thomas ook niet. Het is dan slechts moraal en niet een levenshouding.

Met Thomas gebeurt vandaag iets anders. Terecht brengt hij het lijden ter sprake, zoals ook wij dat moeten doen. Hoe kunnen we geloven als het lijden in onze wereld nog zo aanwezig is? Het lijden is het sterkste argument tegen het geloven. En als Jezus dan binnenkomt, wijst Hij Thomas juist op het lijden, op zijn wonden. Hij maakt Thomas en de andere leerlingen duidelijk dat Pasen op Goede Vrijdag is begonnen. Daar op het kruis is duidelijk geworden wat liefde betekent.

Die beroemde zin van het laatste avondmaal komt weer boven bij de leerlingen. De evangelist Johannes heeft die opgeschreven en de kerk bewaart deze zin tot op de dag van vandaag: “geen groter liefde dan Hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden.” Het is door Jezus gezegd op Witte Donderdag, het is door Hem waargemaakt op Goede Vrijdag en op Paasmorgen is gebleken dat dit inderdaad de weg ten leven is. Is het ook een weg die voor ons begaanbaar is? Deze levenshouding proberen we na te volgen en een plek te geven in ons eigen bestaan. Deze weg is het beste medicijn tegen de scepsis, de beste manier om teleurstelling en zinloosheid te overwinnen en onze negativiteit te bestrijden.

Wij zijn hier gekomen om met Thomas de Heer aan te raken, om zijn wonden te zien en te voelen en zo met nieuwe ogen naar de wereld en naar het lijden in de wereld te kijken. In dat lijden is het namelijk wel degelijk mogelijk tekenen van liefde te stellen. In het lijden is het mogelijk om op iemand af te stappen en de hand te reiken. Het is mogelijk om dan toch, tegen de verdrukking in, leven te geven.

De belijdenis van Thomas – “mijn Heer en mijn God”, de meest korte en krachtige geloofsbelijdenis die we kennen, een geloofsbelijdenis die ook voldoende kan zijn – is niet zozeer een dogmatische uitspraak, maar een keuze voor een levenswandel. In het aanraken van de wonden begint de ontmoeting met God. De Tsjechische priester en psychotherapeut Thomas Halik heeft er over geschreven: de geloofwaardigheid van ons geloof hangt samen met het vermogen om het lijden van deze wereld aan te raken. We gaan er niet met een boog om heen zoals de priester en de leviet uit het verhaal van de barmhartige Samaritaan, maar we laten het lijden toe in ons leven, hoe pijnlijk dat ook is.

Petrus spreekt ons in zijn brief moed in. Hij wijst ons op het probleem dat we de Heer wel willen geloven, ook al kunnen we Hem niet zien. Maar we zien wel zijn herkenningstekens in het lijden van de wereld. Kunnen wij daar zijn aanwezigheid brengen, met een woord van barmhartigheid, met een gebaar van naastenliefde? Als wij met Pinksteren vervuld zijn van geestkracht, kunnen wij toch zijn aanwezigheid daar brengen, waar Hij het meest afwezig lijkt? Dat is de uitdaging, dat is verkondiging, dat is Pasen! Amen.