Verkondiging 8 september 2024, drie en twintigste zondag door het jaar
Lezingen
Jesaja 35, 4-7a
Psalm 146
Jacobus 1, 1-5
Marcus 7, 31-37
Woord van welkom
Jezus begeeft zich vandaag naar de grensgebieden van Israël. We kunnen Jezus gerust een grensganger noemen: hij overbrugt de grens tussen God en mens, Hij overbrugt de grens tussen de Joodse Wet en het dagelijkse, menselijke leven. Uiteindelijk overbrugt Hij de grens tussen dood en leven. Vandaag begeeft Hij zich buiten Galilea, Dekapolis, een vrij gebied buiten Israël. In dat grensgebied brengt Hij mensen tot horen en spreken.
Hoe is het wanneer wij grensgebieden van ons leven bereiken? Wanneer we voor dilemma’s komen te staan? Wanneer we ingewikkelde keuzes moeten maken? In de ontmoeting met Jezus kunnen we de roepstem horen van God die de mens oproept om open te gaan. “Effata, ga open” is de oproep van Jezus die van ons allen open mensen wil maken. Maar openheid maakt ook kwetsbaar. Laten we in deze viering bidden om wijsheid voor de juiste balans.
Homilie
Broeders en zusters, vrienden van de Heer,
Reclames voor hulpmiddelen tegen doofheid zijn talrijk in de Nederlandse media. Het is een duidelijk teken van de vergrijzing van de bevolking in ons land. In één van de reclames loopt een man met een nieuw gehoorapparaat door de stad en hoort allerlei stemmen en discussies die hij voorheen niet hoorde. Hij merkt allerlei mensen op in de stad en hoort waar zij over spreken. Misschien is hij er niet altijd blij mee deze discussies te horen. Sommige dingen kun je maar beter niet horen, want dan kun je je voor die zaken afsluiten, maar evangelische mensen zijn mensen die het woord Effata hebben gehoord. Zij willen uitdrukkelijk open staan voor wat in de wereld gebeurt en wat er met mensen gebeurt. Het spreken hangt er mee samen. Mensen die lijden aan doofheid, hebben vaak ook moeite om te spreken. Ook dat kunnen we symbolisch opvatten: wie niet kan luisteren naar de wereld en naar mensen in de wereld, heeft ook niets te melden. Zijn/haar spreken blijft gebabbel, oppervlakkige opmerkingen met open deuren die niets nieuws brengen.
Het spreken van Jesaja heeft wel degelijk iets te melden. Het is een korte boodschap van hoop voor een wereld die in brand staat. Dit is een wereld waar toen - zoals ook nu in onze tijd - door velen wordt uitgeroepen: waar blijft God om in te grijpen om de kwetsbaren te beschermen? Wie de profeten kent - en het kan geen kwaad om hun boeken weer eens open te slaan en hun boodschappen te lezen - ziet dat ook zij worstelen met een schijnbaar afwezige God die de mensheid lijkt te straffen voor hun God-vergetenheid.
De mens die doof is en met stomheid geslagen, heeft daardoor moeite om het leven te begrijpen. De ontmoeting van Jezus vindt plaats in de woestijn. De tien Griekse welvarende steden van de Dekápolis vielen buiten het Joodse land en waren gelegen in de Syrische woestijn, een echt grensgebied. In dat grensgebied maakt Jezus de profetie van Jesaja waar: de dove hoort en de stomme gaat spreken. En hoe! De man in de Dekapolis is ondanks het verbod van Jezus niet meer te stoppen. Hij blijft spreken over het goede dat hem is overkomen. En zo spreken ook de andere getuigen met luide stem van het wonder dat zij hebben gezien.
Als de wereld tot een woestijn is geworden en wanneer het mensenleven gereduceerd wordt tot kanonnenvlees, wanneer mensen monddood gemaakt worden en minderheden worden vervolgd, is het begrijpelijk dat mensen hun klachten richten tot de goede en rechtvaardige God. Waar is God? De profeet Jesaja zegt dat God zal ingrijpen. Als we de tekst tot ons laten doordringen kunnen we ons afvragen of het zien van de blinde, het horen van de dove, het springen van de lamme en het jubelen van de stomme het gevólg is van het ingrijpen van God, of grijpt God juist in door dit zien, horen, springen en spreken? Grijpt God niet juist in doordát wij onze ogen niet sluiten en onze oren niet meer toestoppen, in beweging komen met onze voeten en met onze stemmen ingrijpen in onze wereld? Ik heb al eerder de NPO serie Corridors of Power genoemd waarin steeds de politieke vraag aan de orde komt: wanneer grijpen de VS in wanneer nationale of internationale dramatische en gewelddadige conflicten zich voordoen? Sluiten we ons af of grijpen we in? Dat is een gewetensvraag die wij ook onszelf voortdurend kunnen stellen, zoals pas geleden die jongeman die zijn stem in de tram verhief toen iemand anders werd uitgescholden vanwege zijn uiterlijk. Deze jongeman was duidelijk niet doof en kwam tot spreken. Dit dilemma speelt op allerlei niveaus. Horen wij wat er om ons heen gebeurt? Reageren wij met onze stem op het handelen van anderen wanneer dit tegen het evangelie ingaat?
Het dilemma van Jacobus waar gekozen wordt voor de aanzienlijke rijke en de eenvoudige arme wordt genegeerd, is simpel, maar de werkelijkheid is vaak veel ingewikkelder. Het begint met goed en zorgvuldig luisteren en kijken. Zien, oordelen, handelen: de klassieke drieslag van het katholiek sociaal denken. Het woord Effata is aan ons gericht: een oproep om ook zaken te horen die we liever niet hadden gehoord en dingen te zien die we liever niet hadden gezien. Laten we ons dan niet afsluiten, maar openen opdat we het juiste woord spreken en in beweging komen volgens de profetie van Jesaja. Laten we net als de getuigen in Dekápolis getuigen zijn van Gods bevrijdend handelen. Amen